Portugese activiteit, gericht op eerstejaars middelbare scholieren, verkent de voegwoorden. Conjuncties zijn een van de elementen die werken in tekstuele cohesie! Gaan we de verschillende betekenisrelaties die ze tot stand brengen analyseren? Beantwoord hiervoor de vragen die verwijzen naar de tekst op de fenolftaleïne! Heb je ooit van haar gehoord? Deze stof wordt gebruikt bij politieonderzoeken! Leer er meer over door de tekst te lezen en zorg ervoor dat je voegwoorden bestudeert!
Deze Portugese taalactiviteit is beschikbaar om te downloaden in een bewerkbare Word-sjabloon, klaar om af te drukken in PDF en ook de voltooide activiteit.
Download deze Portugese oefening op:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
Lezen:
Sommige plekken zijn moeilijk te herkennen. Als een blouse of korte broek vies is en je niet kunt weten of het chocolade of dulce de leche is, verspilt niemand veel tijd aan het uitzoeken en zal hij die kleren meteen wassen. Rechtsaf?
Maar als de vraag is of een vlek bloed is, wordt de situatie ingewikkelder. Zeker als dit van belang is bij de opsporing van een misdrijf. Na verloop van tijd wordt het bloed donkerder en kan het er zelfs uitzien als een chocoladevlek. Om erachter te komen wat het is, gewoon zijn toevlucht nemen tot de wetenschap.
Er zijn enkele chemicaliën die kunnen zien of een vlek bloed is of niet. Een dergelijk product wordt fenolftaleïne genoemd, een pH-indicator. Het reageert bij contact met stoffen met een basiskarakter - zoals bloed, dat enigszins basisch is - en wordt roze. Maar als de stof zuur of neutraal is, gebeurt er niets.
Daarom reageert fenolftaleïne niet alleen met bloed, maar met elke stof met een basische pH, zoals bijvoorbeeld waspoeder. Om de nauwkeurigheid te vergroten, heeft de bloedidentificatietest - bekend als de Kastle-Meyer-test - ook waterstofperoxide in zijn samenstelling. […]
Bruno Delecave. Beschikbaar in: .
Vraag 1 - Het gemarkeerde woord speelt de functie van voegwoord in het fragment:
a) “Sommige vlekken zijn moeilijk in”
b) “[…] de situatie wordt meer”
c) "Ze reageert Wanneer in contact met stoffen met een basiskarakter […]"
d) “[…] elke stof met een basische pH, Leuk vinden bijvoorbeeld waspoeder.”
Vraag 2 - In het hierboven genoemde uittreksel drukt de conjunctie het idee uit van:
a) toevoeging
b) tijd
c) conditie
d) vergelijking
Vraag 3 - Wijs op de passage waar de term "als" niet werkt als een voegwoord:
a) "Maar als de vraag is of een vlek bloed is […]"
b) “Zeker als dit van belang is bij de opsporing van een misdrijf.”
c) "Om erachter te komen wat het is, gewoon je toevlucht nemen tot de wetenschap."
d) "Er zijn chemicaliën die kunnen bepalen of een vlek bloed is of niet."
Vraag 4 – In de tweede zin van de tekst geeft het voegwoord "of" aan:
a) tegengestelde feiten.
b) feiten die kloppen.
c) wisselende feiten.
d) feiten die gerechtvaardigd zijn.
Vraag 5 - In het deel "Na verloop van tijd wordt het bloed donkerder en kan het er zelfs uitzien als […]", koppelt het voegwoord "en" onafhankelijke gebeden aan elkaar. In dit geval is het voegwoord:
a) absoluut
b) hoofdgerecht
c) ondergeschikte
d) coördineren;
vraag 6 – In “Maar als de stof zuur of neutraal is, gebeurt er niets.”, het voegwoord “maar”:
a) maakt een voorbehoud.
b) drukt een tegenstelling uit.
c) een vergoeding uitdrukt.
d) drukt een toevoeging uit.
Vraag 7 – In de rubriek "daarom, fenolftaleïne reageert niet alleen met bloed […]”, introduceert het onderstreepte voegwoord:
a) een doel
b) een conclusie
c) een uitleg
d) een concessie
Vraag 8 – In het fragment “[…] bekend als de Kastle-Meyer-test […]” is de term “hoe”:
a) een werkwoord
b) een bijwoord
c) een voegwoord
d) een voorzetsel
Per Denyse Lage Fonseca – Afgestudeerd in Talen en specialist in afstandsonderwijs.
Bij antwoorden staan in de link boven de kop.
meld deze advertentie