Rekenactiviteit met probleemsituaties, voorgesteld aan vierde- of vijfdejaarsstudenten.
Download deze activiteit in Word-sjabloon, in drukklare PDF, evenals de voltooide activiteit.
Download deze activiteit van:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
1) Joan heeft R Ṩ 100,00 om twee schulden te betalen, één R 27,00 en de andere R de 35,00 Hoeveel geld blijft er over nadat ze haar schulden heeft betaald?
2) In de schoenenwinkel is de waarde van elk paar schoenen RṨ 28,00, Jessica neemt 6 paar schoenen voor haar neven en nichten. Hoeveel zal ze uitgeven?
3) De kok maakte 's ochtends 564 kokosnoten en 's middags nog 789. Hoeveel kokosnoten heeft hij deze dag gemaakt?
4) Mijn buurman rent 5 dagen per week, 15 kilometer per dag. Hoeveel kilometer ga jij in 2 weken lopen?
5) De navuller van de drankdispenser heeft 1143 flessen voor 9 planken. Hoeveel flessen heeft elke plank?
6) Mijn collega vertelde me een getal, dat gedeeld door 8 een quotiënt van 345 bereikte. Welk nummer heb je me verteld?
7) Juliana maakte 300 hapjes voor een feestje, toen het feest eindigde waren er nog 78 hapjes over. Hoeveel snacks werden er genuttigd?
8) Bij het bedrijf waar ik werk werden 8 dozijn peren, 9 dozijn citroenen en honderd en een half sinaasappels gekocht voor de lunch. Hoeveel fruit is er in totaal gekocht?
9) De collega deelde 1015 door 7 en vond het quotiënt van 95, heeft hij de juiste berekening gemaakt? Bereken en vergelijk het resultaat.
Bij antwoorden staan in de link boven de kop.