Portugese activiteit, gericht op leerlingen van de negende klas, over de ondergeschikte voegwoorden. Laten we analyseren hoe ze werken bij de constructie van de fabel de slechte mier, geschreven door Monteiro Lobato? Dus beantwoord de voorgestelde vragen en duik dieper in het onderwerp!
Deze Portugese taalactiviteit is beschikbaar om te downloaden in een bewerkbare Word-sjabloon, klaar om af te drukken in PDF en ook de voltooide activiteit.
Download deze Portugese oefening op:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
Lezen:
Er was echter een boze mier die de cicade niet begreep en hem hard van zijn deur afstootte.
Dat is wat er gebeurde in Europa, midden in de winter, toen sneeuw de wereld bedekte met zijn wrede deken van ijs.
De cicade had, zoals gewoonlijk, de hele zomer non-stop gezongen, en de winter kwam tot de ontdekking dat hij verstoken was van alles, zonder huis om in te schuilen en zonder bladeren om te eten.
Wanhopig klopte ze op de deur van de mier en smeekte - om te lenen, let op! – wat ellendige restjes eten. Hij zou zo snel mogelijk hoge rente betalen voor dat geleende voedsel.
Maar de mier was een laffe woekeraar. Ook jaloers. Omdat ze niet kon zingen, haatte ze de cicade omdat ze alle wezens dierbaar was.
– Wat deed je tijdens het mooie weer?
– Ik... ik heb gezongen!
– Heb je gezongen? Nou dans nu, teef! – en sloot de deur in zijn neus.
Resultaat: de cicade daar stierf entanguidinha; en toen de lente terugkeerde, zag de wereld er droeviger uit. Want de muziek van de wereld miste het schrille geluid van die cicade die dood was vanwege de hebzucht van de mier. Maar als de woekeraar stierf, wie zou haar dan missen? […]
Monteiro Lobato. "Fabels". Illustratie door Alcy Linares. Sao Paulo: Globo, 2008. (Fragment).
Vraag 1 - Identificeer het ondergeschikte voegwoord, degene die bijzinnen met elkaar verbindt, in deze passage van de tekst:
'Maar de mier was een laffe woekeraar. Ook jaloers. Omdat ik niet kon zingen, haatte ik de cicade omdat ik hem dierbaar was voor alle wezens.”
a) "Maar"
b) "Verder"
c) "Hoe"
d) "door"
Vraag 2 - De ondergeschikte conjunctie, hierboven geïdentificeerd, stelt een relatie vast van:
een oorzaak
b) oppositie
c) illustratie
d) vergelijking
Vraag 3 - Kijk goed naar de zinnen. Markeer dan degene waarin het onderstreepte voegwoord ondergeschikt is:
a) “Er was al, Echter, een boze mier die de cicade niet begreep […]"
b) “[…] zonder huis om te schuilen, noch kleine blaadjes die ik heb gegeten."
c) "Maar de mier was een laffe woekeraar."
d) “Maar als de woekeraar stierf, wie zou haar missen?"
Vraag 4 – De conjunctie, vermeld in de vorige vraag, is:
a) adversative
b) voorwaardelijk
c) additief
d) vergelijkend
Vraag 5 - In het fragment "Ik zou die lening met hoge rente betalen, een keer toegestane tijd.", drukt het ondergeschikte voegwoord "zodra" de omstandigheid uit van:
op tijd
b) gevolg
c) naleving
d) evenredigheid
Vraag 6 – In het fragment “[…] de cicade stierf daar entanguidinha; en toen de lente terugkeerde, had de wereld een droeviger aspect.”, wordt het gebruik van een ondergeschikt voegwoord geregistreerd dat de bovengenoemde omstandigheid uitdrukt. Identificeer het:
EEN.
Vraag 7 – In de zin "De cicade smeekte de mier wat geef hem een paar ellendige restjes eten.”, de onderstreepte term is:
a) een ondergeschikt voegwoord dat een concessie aangeeft.
b) een ondergeschikt voegwoord dat een voorwaarde aangeeft.
c) een ondergeschikt voegwoord dat een doel aangeeft.
d) een ondergeschikt voegwoord dat een gevolg aangeeft.
Per Denyse Lage Fonseca – Afgestudeerd in Talen en specialist in afstandsonderwijs.
Bij antwoorden staan in de link boven de kop.
meld deze advertentie