Portugese activiteit, gericht op studenten in het negende jaar van de lagere school, heeft tot doel de direct transitief werkwoord. Kun je hem identificeren? Is dat wat logisch is? Of is het wat je moet toevoegen? Met of zonder voorzetsel? Heb je een twijfel geschilderd? Beantwoord vervolgens de voorgestelde vragen op basis van de tekst De datum, geschreven door Lygia Fagundes Telles.
U kunt deze Portugese taalactiviteit downloaden in een bewerkbare Word-sjabloon, klaar om af te drukken in PDF en ook de voltooide activiteit.
Download deze Portugese oefening op:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
Lezen:
Rondom het uitgestrekte landschap. Badend in zachte mist, was het groen bleek en ondoorzichtig. Tegen de lucht rezen de zwarte kliffen zo recht dat het leek alsof ze met een mes waren doorgesneden. Op het puntje van de hoogste steen gluurde de zon achter een wolk vandaan.
“― Waar, mijn God?! – Ik vroeg me af – Waar zag ik ditzelfde landschap, op een middag als deze?”
Het was de eerste keer dat ik op die plek stapte. Tijdens mijn omzwervingen was ik nooit verder dan de vallei gekomen. Maar die dag, zonder enige vermoeidheid, stak ik de heuvel over en bereikte het platteland. Hoe kalm! En wat een verlatenheid. Dat alles - daar was ik vrij zeker van - was volkomen ongehoord voor mij. Maar waarom identificeerde de foto zich dan in elk detail met een soortgelijk beeld diep in mijn geheugen? Ik draaide me om naar het bos dat zich aan mijn rechterkant uitstrekte. Dit hout had ik ook eerder gezien, met zijn emberkleurige bladeren in een gouden mist. “― Ik heb het allemaal gezien, ik heb het gezien… Maar waar? En wanneer?"
Ik liep naar de kliffen. Ik stak het veld over. En ik bereikte de monding van de afgrond die tussen de stenen was uitgehouwen. Een dichte damp steeg op als een ademtocht uit die keel waarvan de onpeilbare bodem het verre geluid van stromend water kwam. Dat geluid kende ik ook. Ik sloot mijn ogen. “― Maar als ik hier nog nooit ben geweest! Ik heb gedroomd, was dat het? Ik reisde door deze plaatsen in een droom en nu de voelbare, echte ontmoetingen? Zou ik door een van die buitengewone toevalligheden die wandeling hebben voorzien terwijl ik sliep?” Ik schudde mijn hoofd, nee, de herinnering – zo oud als hij nog leefde – ontsnapte aan de bewusteloosheid van een simpele droom.[…]
TELLES, Lygia Fagundes. "Acht verhalen van liefde". Sao Paulo: Attika.
Vraag 1 - Lees aandachtig de eerste alinea van de tekst. Markeer vervolgens de zin waarvan het gemarkeerde werkwoord direct transitief is:
a) "Gedompeld in een milde mist, de groene was bleek en ondoorzichtig."
b) “Tegen de lucht, stond op de zwarte kliffen […]"
c) “[…] zo recht dat leek op snijden met het mes."
van de zon gluurde achter een wolk.”
Vraag 2 - Het complement van het transitieve directe werkwoord wordt het lijdend voorwerp genoemd. Controleer het lijdend voorwerp uit de zin "Dat geluid kende ik ook.":
a) "Dat geluid"
b) "ik"
c) "ook"
d) "wist"
Vraag 3 - Het onderstreepte werkwoord is direct transitief in:
De) "[…] vroeg ikzelf […]"
B) "[…] getransponeerd de heuvel en ik bereikte het veld."
c) “Dat alles – dat klopte – was totaal ongehoord voor mij.”
NS) "Gingen lopen naar de kliffen.”
Vraag 4 - In de passage "Ik had ook dit hout gekend met zijn sintelkleurige bladeren in een gouden mist.", is het werkwoord "heeft gekend":
een connectie
b) indirect transitief
c) intransitief
d) direct transitief
Vraag 5 - In alle alternatieven was het lijdend voorwerp correct geïdentificeerd, behalve in:
a) "Ik stak het veld over." ("het veld")
b) "Ik sloot mijn ogen." (de ogen")
c) "Ik liep door deze plaatsen in een droom [...]" ("in een droom")
d) “Ik schudde mijn hoofd […]” (“het hoofd”)
Vraag 6 – Het werkwoord "geven" is direct transitief in het gebed:
a) Ik kon de vreugde op zijn gezicht zien!
b) Het duurde 18 uur en ze dacht nog steeds aan het prachtige landschap!
c) Je kon je niet alles herinneren waar je van gedroomd had...
d) Het zorgt ervoor dat je die plek wilt leren kennen!
Vraag 7 – Er wordt geconcludeerd dat het directe transitieve werkwoord:
a) heeft de volle betekenis.
b) vereist een aanvulling met voorzetsel.
c) vereist complement zonder voorzetsel.
d) vereist twee complementen: een met en een zonder een voorzetsel.
Per Denyse Lage Fonseca – Afgestudeerd in Talen en specialist in afstandsonderwijs.
Bij antwoorden staan in de link boven de kop.
meld deze advertentie