Portugese activiteit, gericht op eerstejaars middelbare scholieren, heeft tot doel de study intransitief en transitief werkwoord. Weet jij het verschil tussen deze twee? Om uw kennis van dit onderwerp te vergroten, beantwoordt u de vragen op basis van de tekst. de gans met de gouden eieren (De fabel van Aesopus, naverteld door Ana Maria Machado).
U kunt deze Portugese taalactiviteit downloaden in een bewerkbare Word-sjabloon, klaar om af te drukken in PDF en ook de voltooide activiteit.
Download deze Portugese oefening op:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
Lezen:
De fabel van Aesopus, naverteld door Ana Maria Machado.
Er was eens een boerenechtpaar met een heel bijzondere gans. Af en toe, bijna elke dag, legde ze een gouden ei. Het was een enorm geluk, maar al snel begonnen ze te denken dat ze veel rijker zouden zijn als ze elk uur of wanneer ze maar wilden een ei legde.
Ze praatten er keer op keer over, zich afvragend wat ze met zoveel goud zouden doen.
— Het is dwaas van ons om te blijven hopen dat we elke dag een beetje uit die gans zullen komen... Het moet een speciale manier hebben om er goud in te maken. Dit was wat we nodig hadden.
- Dat is juist. Er moet een machine zijn, een apparaat, zoiets. Als we het voor ons halen, hebben we geen ____ gans meer nodig.
'Ja... Het was beter om alles tegelijk te hebben. En heel rijk worden.
En ze besloten de gans te doden om al het goud te krijgen.
Maar van binnen was er niets anders dan de andere ganzen die ze hadden gezien - alleen vlees, pens, vet...
En ze namen geen goud meer mee. Ze kregen niet eens meer een gouden ei.
MACHADO, Ana Maria. "De schat van kinderdeugden". Rio de Janeiro: Editora Nova Fronteira, 1999.
Vraag 1 - Het werkwoord "was" heeft de volledige betekenis in de zin:
a) “Er waren eens een paar boeren […]”
b) “Het was heel veel geluk […]”
c) "Dit was wat we nodig hadden."
d) “Het zou beter zijn om alles tegelijk te hebben […]”
Vraag 2 - In de context van de zin, hierboven vermeld, is het werkwoord "was":
een connectie
b) direct transitief
c) indirect transitief
d) intransitief
Vraag 3 - Het transitieve indirecte werkwoord vereist een aanvulling met voorzetsel. Wijs op het voorzetsel dat de leemte in de onderstaande zin opvult, gezien de aanwezigheid van het werkwoord "behoeften":
“[…] heeft geen ____ gans meer nodig.”
a) naar
b) van
c) met
d) naar
Vraag 4 – Het complement van het transitieve directe werkwoord wordt het lijdend voorwerp genoemd. Controleer het alternatief waarin het lijdend voorwerp, waaruit het gebed bestaat, onjuist is geïdentificeerd:
a) “[…] ze legde een gouden ei.” ( "een gouden ei")
b) “[…] als ze voorlopig zo’n ei zou leggen […]” (“zo’n ei”)
c) "Er moet een machine zijn, een apparaat, zoiets." ( "een kleine machine")
d) "Ze hebben niet eens meer een gouden ei gekregen." ( "een gouden ei")
Vraag 5 - In het segment "[...] een paar boeren die een heel speciale gans hadden.", is het object van het directe transitieve werkwoord "had":
EEN:
Vraag 6 – In het deel "Maar van binnen was er niets anders dan de andere ganzen die ze hadden gezien - alleen" vlees, pens, vet …", werkt het onderstreepte fragment als volgt:
a) lijdend voorwerp van het werkwoord "had".
b) predicatief van het onderwerp.
c) meewerkend voorwerp van het werkwoord "had".
d) nominaal complement.
Vraag 7 – Classificeer het gemarkeerde werkwoord in de zin, nummering zoals aangegeven:
( ) “[…] maar in korte tijd hebben ze begonnen vinden […]"
( ) “spraken door en door.”
( ) “En ze besloten doden de gans om al het goud te krijgen."
( ) “En dat doen ze niet gevangen meer goud."
Per Denyse Lage Fonseca – Afgestudeerd in Talen en specialist in afstandsonderwijs.
Bij antwoorden staan in de link boven de kop.
meld deze advertentie