Portugese taalactiviteit, gericht op studenten in het derde of vierde jaar van de lagere school, het bevat oefeningen met augmentatief en verkleinwoord.
Deze activiteiten zijn te downloaden in Word (aan te passen sjabloon), in PDF (afdrukbare activiteit) en ook de beantwoorde activiteit.
Download de activiteit op:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
1) LEES DE ONDERSTAANDE TEKST, EN SCHILDER DE WOORDEN DIE IN HET VERkleinwoord staan, EN OMCIRKEL DE WOORDEN IN DE TOENAME.
IJS, IJS
LIMOEN IJS IJS
WIE HEEFT GEEN GELD
GEEN IJS, NEE!
2) VOEG DE ONDERSTAANDE WOORDEN DOOR AAN DE VERHOGING EN VERMINDERD:
A) BICHO:
B) AUTO:
C) KONIJN:
D) PANTOFFEL:
E) VINGER:
F) VIS:
3) VOER DE ONDERSTAANDE WOORDEN DOOR NAAR HET VERMINUTIEF:
DE KAKKERLAK:
B) PANTOFFEL:
C) BORSTEL:
D) BEZEM:
E) EEND:
F) VIERKANT:
4) GEEF DE WOORDEN ONDERSTAANDE AAN DE VERHOGING:
KNUFFEL:
B) HALS:
C) VOET:
D) KOFFIE:
EN KAT:
F) VIS:
5) OMCIRKEL DE WOORDEN DIE NIET IN HET VERkleinwoord:
ORANJINHA BARATINHA LETRINHA CÃOZINHO VAQUINHA
SPEL BUURT PAARDENKRACHT BOQUINHA GATINHA
BALLETMAND BEEN QUEEN MILL
KLEINE BLOEMPLANT GOEDE MAN
6) OMCIRKEL DE WOORDEN DIE NIET IN DE TOENAME STAAN:
GATÃO PAPAYA LIVRÃO FEIJÃO ZEEP
CARRÃO DEDÃO BRÁÇÃO CACHORRÃO
7) VOER DE ONDERSTAANDE WOORDEN DOOR AAN DE VERHOGING EN SCHRIJF EEN ZIN VOOR ELK:
DE TEKENAAR:
B) SCHAAL:
C) BOEK:
D) FLES:
E) SCHOEN:
8) VOEG DE ONDERSTAANDE WOORDEN DOOR AAN HET VERKLEINWIJDIG EN SCHRIJF VOOR ELK EEN ZIN:
HET HUIS:
B) HANDSCHOEN:
C) HOED:
D) STOEL:
E) HAAR:
Voor TOEGANG:
Bij antwoorden staan in de link boven de kop.