Portugese activiteit, geïndiceerd voor leerlingen in het achtste jaar van de lagere school, heeft tot doel de aanvoegende wijs. Het is de manier waarop het werkwoord een verlangen of een hypothese uitdrukt! Laten we het analyseren in de onderstaande tekst! Beantwoord dus de voorgestelde vragen!
Deze Portugese taalactiviteit is beschikbaar om te downloaden in een bewerkbare Word-sjabloon, klaar om af te drukken in PDF en ook de voltooide activiteit.
Download deze Portugese oefening op:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
De lichten, die dachten dat Gutenberg de mensen een universele belofte had gegeven, cultiveerden een vorm van utopie. Ze stelden zich voor dat ze vanuit de privépraktijken van elk een ruimte konden bouwen voor de kritische uitwisseling van ideeën en meningen. Kants droom was dat iedereen zowel lezer als auteur zou zijn, dat hij een oordeel zou vellen over de instellingen van hun tijd, wat ze ook ___________ en dat tegelijkertijd zou kunnen reflecteren op het oordeel van de anderen. Wat ooit alleen was toegestaan door handgeschreven communicatie of de verspreiding van gedrukt materiaal, vindt vandaag een krachtige ondersteuning met elektronische tekst.
CHARTIER, R. Het avontuur van het boek: van lezer tot browser. São Paulo: officiële pers van de staat São Paulo; Unesp, 1998.
Vraag 1 - Identificeer de zin waarin het gemarkeerde werkwoord in de aanvoegende wijs staat:
( ) "De lichten, dat gedachte die Gutenberg aan mannen had verstrekt […]"
( ) “[…] kon nadenken over het oordeel van anderen.”
( ) “[…] vind vandaag een krachtige ondersteuning met elektronische tekst.”
Vraag 2 - Het werkwoord, hierboven geïdentificeerd, werd gebruikt in de aanvoegende wijs om uit te drukken:
( ) een wens van Kant.
( ) een advies van Kant.
( ) een aanname van Kant.
Vraag 3 - In het gebed “[…] dat uitgegeven oordelen over de instellingen van zijn tijd.”, verwijst het onderstreepte werkwoord naar:
( ) "elke"
( ) "lezer"
( ) "schrijver"
Vraag 4 – De in de tekst aangegeven ruimte moet worden gevuld met het werkwoord "zijn", in de onvoltooid verleden tijd van de aanvoegende wijs. De juiste zin is dus:
( ) “[…] wat ze ook zijn […]”
( ) “[…] wat ze ook zijn […]”
( ) “[…] wat ze ook waren […]”
Vraag 5 - De onvolmaakte verleden tijd van de aanvoegende wijs geeft een feit aan:
( ) dat zou kunnen gebeuren.
( ) dat zou kunnen gebeuren.
( ) dat zou kunnen gebeuren.
Per Denyse Lage Fonseca – Afgestudeerd in Talen en specialist in afstandsonderwijs.
Bij antwoorden staan in de link boven de kop.
meld deze advertentie