Zelfbeeld is onze persoonlijke kennis van wie we zijn. Het omvat al onze gedachten en gevoelens over onszelf. Het omvat ook onze kennis van hoe we ons gedragen, onze capaciteiten en onze individuele kenmerken.
Ons zelfbeeld ontwikkelt zich het snelst tijdens de kindertijd en adolescentie. Deze kennis blijft zich in de loop van de tijd vormen en veranderen naarmate we meer over onszelf leren.
Bekijk meer
De prestaties van docenten zijn een sleutelfactor voor de volledige inclusie van studenten...
Leeftijdsdiscriminatie, een sociale plaag die de toekomst van de Braziliaanse samenleving in gevaar brengt
Sociaal psycholoog Roy Baumeister zegt dat zelfconcept moet worden opgevat als een structuur van kennis. Mensen besteden aandacht aan zichzelf en merken hun interne toestanden, reacties en extern gedrag op.
Door dit zelfbewustzijn verzamelen mensen informatie over zichzelf. Het zelfconcept wordt op basis van deze informatie opgebouwd en blijft zich ontwikkelen naarmate mensen hun ideeën over wie ze zijn uitbreiden.
Vroeg onderzoek naar het zelfconcept was gebaseerd op het idee dat het een enkele, stabiele en uniforme opvatting van het zelf was. Meer recentelijk hebben geleerden het echter erkend als een dynamische en actieve structuur die wordt beïnvloed door zowel de motivaties van het individu als de sociale situatie.
Carl Rogers, een van de grondleggers van de humanistische psychologie, suggereerde dat het zelfbeeld drie componenten omvat:
Zelfbeeld is de manier waarop we onszelf zien. Zelfbeeld omvat wat we fysiek over onszelf weten, onze sociale rollen en onze persoonlijkheidskenmerken.
Dit onderdeel komt niet altijd overeen met de werkelijkheid. Sommige individuen hebben een opgeblazen perceptie van een of meer van hun kenmerken. Deze opgeblazen percepties kunnen positief of negatief zijn. Een individu kan een positiever beeld hebben van bepaalde aspecten van het 'zelf' en een negatiever beeld van anderen.
Eigenwaarde is de waarde die we onszelf toekennen. Individuele niveaus van eigenwaarde hangen af van hoe we onszelf evalueren. Deze beoordelingen omvatten onze persoonlijke vergelijkingen met anderen, evenals de reacties van andere mensen op ons.
Wanneer we onszelf vergelijken met anderen en ontdekken dat we ergens beter in zijn, groeit ons gevoel van eigenwaarde op dat gebied. Aan de andere kant, als we onszelf vergelijken met anderen en ontdekken dat we niet zo succesvol zijn op een bepaald gebied, daalt ons gevoel van eigenwaarde.
We kunnen op sommige gebieden een hoog zelfbeeld hebben en tegelijkertijd op andere gebieden een laag zelfbeeld.
Het ideale zelf is het zelf dat we zouden willen zijn. Er is altijd een verschil tussen iemands zelfbeeld en iemands 'ideale zelf'. Deze ongerijmdheid kan een negatieve invloed hebben op iemands gevoel van eigenwaarde. Volgens Carl Rogers kunnen het zelfbeeld en het ideale zelf congruent of incongruent zijn.
Zelfbeeld begint zich te ontwikkelen in de vroege kinderjaren. Dit proces gaat het hele leven door. Het is echter tussen de vroege kinderjaren en de adolescentie dat het zelfbeeld de meeste groei doormaakt.
Op 2-jarige leeftijd beginnen kinderen zich te onderscheiden van anderen. Op de leeftijd van 3 en 4 begrijpen kinderen dat ze een afzonderlijk en uniek zelf zijn. In dit stadium is het zelfbeeld van het kind grotendeels beschrijvend. Het is meestal gebaseerd op fysieke kenmerken of concrete details.
Kinderen besteden echter steeds meer aandacht aan hun mogelijkheden. Vanaf 6 jaar kunnen kinderen communiceren wat ze willen en nodig hebben. Ze beginnen zichzelf ook te definiëren in termen van sociale groepen.
Tussen 7 en 11 jaar beginnen kinderen sociale vergelijkingen te maken. Zo denken ze na over hoe ze door anderen worden waargenomen. In dit stadium worden de beschrijvingen van kinderen van zichzelf abstracter. Ze beginnen zichzelf te beschrijven in termen van vaardigheden en niet alleen in concrete details.
Een kind in dit stadium zal zichzelf bijvoorbeeld gaan zien als atletischer dan anderen en minder atletisch dan anderen. Op dit punt beginnen het ideale zelf en zelfbeeld zich te ontwikkelen.
Adolescentie is een sleutelperiode voor zelfbeeld. Het zelfbeeld dat tijdens de adolescentie is ontstaan, vormt meestal de basis van het zelfbeeld voor de rest van het leven. Tijdens de adolescentie ervaren mensen verschillende rollen, persona's en ikken.
Voor adolescenten wordt het zelfbeeld beïnvloed door succes op gebieden die zij waarderen en de reacties van gewaardeerde anderen daarop. Succes en goedkeuring kunnen bijdragen aan meer zelfrespect en een sterker zelfbeeld op latere leeftijd.