Portugese activiteit, gericht op leerlingen in de achtste klas van de basisschool, richt zich op de aanwijzende voornaamwoorden. Hoe zit het met het analyseren van hen in de merkwaardige tekst? Wat is de grootste vogel ter wereld? Beantwoord hiervoor de voorgestelde vragen! In “Met alle _________ grootte kan de struisvogel niet vliegen […]”, moet de ruimte worden gevuld met het aanwijzend voornaamwoord “dit”, “dit” of “dat”? Gaan we de uitdaging aan?
Deze Portugese taalactiviteit is beschikbaar om te downloaden in een bewerkbare Word-sjabloon, klaar om af te drukken in PDF en ook de voltooide activiteit.
Download deze Portugese oefening op:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
Lezen:
Als je dacht dat je de struisvogel was, heb je gelijk: een mannelijke struisvogel kan 2 meter en 70 centimeter groot zijn! Dit is wat professor Marcos Rodrigues, van het Instituut voor Biologische Wetenschappen van UFMG, ons vertelde. Hij vertelde ons ook dat de struisvogel 135 kilo kan wegen, en dat de eieren die het vrouwtje legt wel 1,5 kilo wegen!
Met alle _________ grootte kan de struisvogel niet vliegen, maar hij rent veel: hij kan 120 km per uur halen, wat meer is dan de toegestane snelheid voor een auto op de weg!
Beschikbaar in: .
Vraag 1 - Identificeer de passage waarin het onderstreepte voornaamwoord demonstratief is:
( ) "Als u hij dacht dat hij de struisvogel was, hij had gelijk […]"
( ) “Dat dat is wat professor Marcos Rodrigues ons vertelde […]”
( ) “[…] 120 km per uur, wat het is meer dan snelheid […]"
Vraag 2 - Het aanwijzend voornaamwoord, in de hierboven geïdentificeerde passage, is:
( ) onveranderlijk.
( ) variabel in geslacht.
( ) variabel in aantal.
Vraag 3 - In het segment "Dit is" O wat professor Marcos Rodrigues ons vertelde […]”, speelt de onderstreepte term de rol van aanwijzend voornaamwoord. Omdat?
( ) Omdat het gelijk is aan "dat".
( ) Omdat het gelijk is aan "dat".
( ) Geen van bovenstaande alternatieven.
Vraag 4 - In het fragment "Met alle _________ grootte kan de struisvogel niet vliegen […]", moet de ruimte worden gevuld met het aanwijzende voornaamwoord:
( ) "Deze".
( ) "dat".
( ) "die".
Vraag 5 - In het vorige fragment, het aanwijzend voornaamwoord:
( ) haalt informatie op.
( ) kondigt informatie aan.
( ) vult informatie aan.
Door Denyse Lage Fonseca
Afgestudeerd in Talen en specialist in afstandsonderwijs.
meld deze advertentie