Portugese activiteit, gericht op leerlingen in het achtste jaar van de lagere school, heeft tot doel de directe transitieve werkwoorden verb. Weet je wanneer een werkwoord een direct transitief werkwoord is? Wanneer heeft het volledige betekenis? Wanneer heb je een voorzetselcomplement nodig? Of wanneer u een aanvulling zonder voorzetsel nodig heeft? Heb je een twijfel geschilderd? Zorg er dus voor dat u de voorgestelde vragen beantwoordt op basis van de tekst. verhalen in aalmoezen, geschreven door Cristovam Buarque.
Deze Portugese taalactiviteit kan worden gedownload in een bewerkbare Word-sjabloon, klaar om af te drukken in PDF en ook de voltooide activiteit.
Download deze Portugese oefening op:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
Lezen:
Toen ze hier aankwamen, brachten de Portugezen snuisterijen mee om aan de Indianen aan te bieden. Sindsdien is de geschiedenis van Brazilië een geschiedenis van aalmoezen, van de machtigen tot de nederige.
Op hetzelfde moment dat ze de Indianen doodden, deelden de kolonisatoren hun aalmoezen uit.
Onafhankelijkheid was ook een geschenk: in plaats van een Braziliaanse president, gekozen door ons volk, hadden we een keizer, zoon van de koning van de metropool.
De bevrijding van de slaven was net zo onvolledig als een aalmoes: ze verdeelden het land niet, ze zetten hun kinderen niet op school. Ze kregen een hand-out van vrijheid.
Onze republiek werd uitgeroepen, maar onvoldoende, zoals aalmoezen. Het werd uitgeroepen, niet opgericht. Om het te verkondigen, was er alleen maar een maarschalk nodig, bovenop een paard […]
BUARQUE, Cristovam. "De buitenlanders". Rio de Janeiro: Garamond, 2002. (Fragment).
Vraag 1 - In het uittreksel "Om het te verkondigen, was er alleen maar een maarschalk nodig, bovenop een paard [...]", het voornaamwoord "la", complement van het directe transitieve werkwoord "verkondigen", hervat:
( ) "Onafhankelijkheid"
( ) “De onafhankelijkheid van slaven”
( ) "Onze Republiek"
Vraag 2 - Het gemarkeerde werkwoord is direct transitief in de passage:
( ) “Wanneer hier Ze kwamen aan […]”
( ) “[…] wij hadden een keizer […]”
( ) “gafvoor hen een aalmoes van vrijheid.”
Vraag 3 - Het lijdend voorwerp is het complement van het transitieve directe werkwoord. Onderstreep het in deze zinnen:
a) "[...] de Portugezen brachten snuisterijen aan de Indianen aan te bieden."
b) “[…] de kolonisten deelden hun aalmoezen uit.”
Vraag 4 – Wijs op de kern van het lijdend voorwerp in "[...] ze hebben hun kinderen niet op school gezet":
( ) "uw"
( ) "zonen"
( ) "school"
Vraag 5 - Concluderend kan worden gezegd dat het directe transitieve werkwoord:
( ) heeft een complement nodig zonder voorzetsel.
( ) heeft een volledige betekenis.
( ) moet worden aangevuld met voorzetsel.
Door Denyse Lage Fonseca – Afgestudeerd in Talen en specialist in afstandsonderwijs.
Bij antwoorden staan in de link boven de kop.
meld deze advertentie