Rekenactiviteit, gericht op leerlingen in het vijfde leerjaar van de basisschool, met vragen en probleemsituaties over breuken.
U kunt deze rekentaak downloaden in een bewerkbare Word-sjabloon, klaar om af te drukken in PDF en ook de voltooide activiteit.
Download deze rekenoefening van:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
1) Schrijf de breuken hieronder terwijl je leest:
a) 2/5 =
b) 1/9 =
c) 5/9 =
d) 2/7 =
2) Geef de onderstaande breuken weer:
a) Vier negenden=
b) Negentien twintigers =
c) Vijftien honderdsten =
d) Viervijftiende =
3) Schrijf de breuk die het geschilderde deel van de figuur voorstelt.
4) Van een doos met 24 eieren gebruikte Lucy 2/3 om taarten en snoep te maken. Hoeveel eieren heeft ze gebruikt? Hoeveel eieren zijn er nog?
EEN:
5) Van een zak met 18 kogels gaf Juvenal 3/6 van de kogels aan Marta, 1/6 Gilson en kreeg 2/6. Met hoeveel kogels eindigde elk?
EEN:
6) Een candybar werd in 8 delen verdeeld. Aurea at 2 delen, Lucy at 1 deel, Ana at 3 delen en Amália de rest. Beschrijf de fractie van Áurea, Lucy, Ana en welke fractie het deel vertegenwoordigt dat door Amália wordt gegeten:
EEN:
Per Toegang