A West-Indische Compagnie was een in Nederland opgericht bedrijf dat tot doel had de productie van suiker te beheersen, door de oprichting van een Nederlandse kolonie in de continent Amerikaans.
Opgericht in 1621, was het idee om economisch te concurreren Portugal Het is Spanje. Het monopolie van de twee landen over de 'Nieuwe Wereld' baarde de rest zorgen Europa.
Bekijk meer
Wetenschappers gebruiken technologie om geheimen in oude Egyptische kunst te ontrafelen...
Archeologen ontdekken prachtige graven uit de Bronstijd in…
Daarmee is de Nederland besluit om zaken te doen in de Afrikaanse en Amerikaanse koloniën. De Nederlandse aanval was succesvol, zij het voor een korte periode, aangezien ze zelfs een deel van het grondgebied van Brazilië veroverden.
A Regio Noordoost het werd van 1630 tot 1654 door hen gedomineerd en heette "Nieuw Holland".
Tijdens de zestiende en zeventiende eeuw, de Nederland ging naar zee op zoek naar grondstoffen voor Europa. Suiker, een zeer gewaardeerd product op het continent, werd begeerd door de Nederlanders.
Om te ontsnappen aan de belasting die in de havens van Lissabon werd geheven, begint Nederland een route in te slaan die het rechtstreeks in verband bracht met de regio's die suiker produceerden, zoals sommige plaatsen in Afrika en de Brazilië.
Daarmee verlieten de Nederlandse schepen de belangrijkste handelssteden richting de koloniën.
De West-Indische Compagnie werd opgericht na de 12-jarige wapenstilstand tussen Spanje en Nederland (1609-1621).
Vanaf dat moment begon Holland de wens te voeden om koloniën te krijgen die werden gedomineerd door de Portugezen en Spanjaarden, met hetzelfde formaat als de Oost-Indische Compagnie.
De Nederlanders wilden een einde maken aan het commerciële monopolie van de Iberische landen. Bovendien wilden ze de handel legaliseren die al bestond, aangezien smokkel een realiteit was van die periode.
De door de Nederlanders gezochte producten waren suiker, zout (voor het bewaren van voedsel), specerijen, goud en ivoor.
De hoogtijdagen van de West-Indische Compagnie waren in de jaren 1630 en 1640. Het was een hybride vennootschap, dat wil zeggen dat er zowel publiek- als privaatrecht bij betrokken was.
Onder bestuur van een bestuur dat verschillende gewesten van Holland vertegenwoordigde, wist de Compagnie te verkrijgen het handelsmonopolie met Afrika en Amerika, naast de Atlantische regio's, tussen de twee continenten.
Ze had de controle over de havens aan de West-Afrikaanse kust en was verantwoordelijk voor de levering van slaven voor aanplant in de Zuid-Amerika en Antillen.
Deze organisatie was echter niet in staat om Portugal, Spanje en Spanje effectief te bestrijden Engeland -ook geïnteresseerd in koloniale handel.
Tussen 1634 en 1648 slaagde de West-Indische Compagnie erin verschillende kolonies op de Antillen en Guyana onder controle te krijgen, waarbij Curaçao, Sint Maarten en Aruba betrokken waren. Het bedrijf verloor echter de meeste van zijn domeinen aan Frankrijk enwerd ontbonden Het ism 1794.
Meer informatie op: