Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD) heeft de afgelopen jaren de aandacht getrokken van experts over de hele wereld, vanwege de toename van het aantal diagnoses bij mensen van alle leeftijden.
De wetenschappelijke gemeenschap wordt echter nog steeds geconfronteerd met een aantal onbekende factoren die verband houden met dit probleem, dat in verschillende opzichten werkelijk mysterieus is.
Bekijk meer
Hoe de dodo weer tot leven kan komen: de details van de verrassende missie!
Amazon werkt samen met SpaceX om internetsatellieten te plaatsen...
In een sprankje licht dat wijst op een verandering in deze situatie, suggereert nieuw onderzoek dat ADHD niet alleen het resultaat is van een reeks genetische veranderingen, zoals eerder werd gedacht.
Het lijkt erop dat één enkel gen, dat mutaties van omgevings- en/of epigenetische oorsprong kan ondergaan, verantwoordelijk is voor de verschillende vormen van presentatie van de aandoening.
(Afbeelding: openbaarmaking)
Een van de belangrijkste tegenslagen waarmee wetenschappers die zich bezighouden met de studie van ADHD worden geconfronteerd, is de kwestie van de erfelijkheid van de stoornis.
De meest geaccepteerde onderzoeken tot nu toe wijzen er bijvoorbeeld op dat bij de meerderheid van de individuen die ADHD van hun ouders hebben geërfd, slechts 30% van het genetische materiaal is doorgegeven. Aan de andere kant komt gemiddeld 80% van de gepresenteerde symptomen overeen met die bij de ouders.
Geïnteresseerd in het oplossen van ‘onlogische’ vragen als deze, besloot een psycholoog van de Harvard Universiteit, Anne Arnett genaamd, het bovengenoemde onderzoek op te zetten.
In het onderzoek analyseerden Arnett en zijn team gegevens van 77 kinderen in de Verenigde Staten en hun families. Aanvankelijk vond de specialist het belangrijkste punt in de vergelijking: atypische methylering.
Deze chemische reactie, met een andere naam, genereert in feite een afbakening van de manier waarop genen in cellen tot expressie worden gebracht. Deze methylering, die plaatsvindt in de DNA menselijk, kan worden beïnvloed door epigenetische factoren, die externe kenmerken zijn.
Met andere woorden, het onderzoek toonde aan dat stress, voeding en fysieke activiteitsniveaus kunnen bepalen of ADHD zich bij iemand zal ontwikkelen of niet.
Verder de vorm van presentatie en zelfs de tijd die nodig is voordat de stoornis zich bij een persoon manifesteert afhankelijk van hoe de methylering werd uitgevoerd in de genen van hun voorouders, doorgegeven aan de nakomelingen direct.
Deze bevindingen versterken dat een goede diagnose van ADHD noodzakelijk is geassocieerd worden met een uitgebreid onderzoek van individuen die symptomen vertonen en hun voorouders.
Afgestudeerd in Geschiedenis en Human Resources Technologie. Gepassioneerd door schrijven, leeft hij vandaag de dag de droom om professioneel te werken als webcontentschrijver, waarbij hij artikelen schrijft in verschillende niches en formaten.