Wiskundige probleemactiviteiten omvatten een aantal situaties die werken om logisch redeneren te ontwikkelen door middel van geschikte en zeer relevante inhoud. Daarnaast helpen visuele hulpmiddelen studenten om te leren en ervaringen uit te wisselen.
Met de toepassing van deze activiteiten kunnen leraren het denken van elke student stimuleren door middel van de oefeningen en ook door hun kostbare aandacht. Het doel is altijd om de kennis van elke student verder te verrijken.
Profiteer van elk van de onderstaande tips en inspireer uw leerlingen nog meer.
Los de onderstaande problemen op:
1) Joan heeft 5 lappenpoppen en 4 plastic poppen. Hoeveel poppen heeft ze in totaal?
Antwoord:
2) In de fruitschaal bij Joana's huis liggen 12 sinaasappels, waarvan er 3 bedorven zijn. Hoeveel sinaasappels waren er nog in de fruitschaal toen haar moeder de bedorven appels eruit haalde?
Antwoord:
3) Joana is 8 jaar oud, haar broer Marcelo is 4 jaar ouder dan zij. Hoe oud is Marcelo?
Antwoord:
4) Joana's tante maakte 10 kaasbroden die gelijk verdeeld moesten worden tussen haar en haar broer. Hoeveel broden had elk kind?
Antwoord:
1) Hoeveel vleugels hebben 4 gieren bij elkaar?
2) Hoeveel poten hebben 6 honden bij elkaar?
3) Hoeveel wielen hebben 3 fietsen bij elkaar?
4) Hoeveel wielen hebben 5 auto's bij elkaar?
5) Hoeveel voeten hebben 6 mensen samen?
6) Hoeveel hoofden hebben 10 mensen bij elkaar?
1) Paul moet op 4 fietsen rijden. Hoeveel wielen heeft hij nodig?
A) ( ) 4 wielen.
B) ( ) 8 wielen.
C) ( ) 12 wielen.
D) ( ) 6 wielen.
2) Een meubelmaker verkocht 20 tafels. Hoeveel tafelpoten heeft hij nodig om de 20 tafels in elkaar te zetten?
A) ( ) 40 poten.
B) ( ) 20 poten.
C) ( ) 12 poten.
D) ( ) 80 poten.
3) Ricardo kocht 12 knikkers en Rafael kocht de triple. Hoeveel knikkers heeft Rafael gekocht?
A) ( ) 36 knikkers.
B) ( ) 24 knikkers.
C) ( ) 22 knikkers.
D) ( ) 32 knikkers.
4) In de ene kleedkamer zijn er 12 shirts en in een andere is er het dubbele aantal.
Hoeveel shirts zijn er in de andere kleedkamer?
(A) 42
(B) 24
(C) 21
(D) 14
5) Júnior en zijn vriend Edgar maken een verzameling miniatuurautootjes. Júnior heeft 32 karren en Edgar verdrievoudigt dat aantal. Hoeveel karren heeft Edgar?
a) 29 karren
b) 35 karren
c) 64 karren
d) 96 karren
6) Een bus vervoert 42 zittende passagiers. Hoeveel passagiers zullen ze vervoeren in 6 reizen, altijd met dat bedrag?
(A) 42
(B) 48
(C) 242
(D) 252
Vond je het leuk? Deel dit bericht op je sociale netwerk
Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Ontdek hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.