
Portugese activiteit, voorgesteld aan leerlingen van het vierde of vijfde jaar van de lagere school, met vragen over werkwoorden.
Deze Portugese taalactiviteit is beschikbaar om te downloaden in een bewerkbare Word-sjabloon, klaar om af te drukken in PDF en ook de voltooide activiteit.
Download deze Portugese oefening op:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
1) Zet de onderstaande zinnen in de verleden tijd:
a) Pedro vindt het uitzicht vanuit het appartement prachtig.
EEN:
b) De baas kan zijn opvolger voordragen.
EEN:
c) Met versterkte staven kan het beest niet ontsnappen.
EEN:
d) Op die verjaardag kan ik weer een aantal mensen zien.
EEN:
e) Ouderen kunnen bepaalde oefeningen niet doen.
EEN:
f) We kunnen andere dingen kopen.
EEN:
2) Geef de onderstaande zinnen door aan de toekomst:
a) We spelen thuis.
EEN:
b) Moeder kocht een nieuwe auto.
EEN:
c) De reis naar de bioscoop was erg leuk.
EEN:
d) De schilder was zondag klaar met het schilderen van het huis.
EEN:
e) Marcelo speelde veel hinkelspel.
EEN:
3) Vervoeg onderstaande werkwoorden in de verleden tijd en in de toekomst:
Verleden |
Geschenk |
Toekomst |
Wandelen | ||
kopen | ||
spreken | ||
Doen | ||
drinken |
4) Lees onderstaande tekst en omcirkel de werkwoorden:
Jaime gaf Julia een kus en zei:
– Mijn pyjama werd vuil met cashewnotensap.
Julia waste zijn pyjama en hij zag er weer goed uit.
James zei:
– Julia, mijn pyjama is super geworden! Ik laat je het niet meer verpesten.
– Oké, Jaime.
genade Boquet
Per TOEGANG
Bij antwoorden staan in de link boven de kop.