Portugese activiteit, gericht op leerlingen in het achtste jaar van de basisschool, over de betrekkelijke voornaamwoorden. Zoals de naam al aangeeft, verbinden deze voornaamwoorden de ideeën van een tekst! Laten we ze in de tekst analyseren Ben jij een goede "slaper"? Beantwoord daarom onderstaande vragen!
U kunt deze Portugese taalactiviteit downloaden in een Word-sjabloon die kan worden gewijzigd, klaar om af te drukken in PDF en ook de beantwoorde activiteit.
Download deze Portugese oefening op:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
Lezen:
Goede slapers zijn mensen wiens slaaptijd hun ____ tijd benadert. Dus als je rondrolt of naar het plafond staart voordat je gaat slapen, kun je als een slechte slaper worden beschouwd. Er zijn ook korte slapers, zij die slechts vijf tot zes uur slaap nodig hebben om zich op te frissen; lange slapers, die negen tot tien uur slaap nodig hebben; de ochtendslapers, die vroeg slapen en vroeg wakker worden, vol goede moed en opgewonden; tenslotte degenen die laat slapen en laat wakker worden en zich pas klaar voelen nadat ze een tijdje wakker zijn geweest. Samengevat verschilt de hoeveelheid slaap en de beste tijd om te slapen en wakker te worden van persoon tot persoon, maar de de dagelijkse behoeften van elk moeten worden gerespecteerd, waarbij wordt opgemerkt of er sprake is van vermoeidheid, ongesteldheid of vermoeidheid na de slaap. […]
tijdschrift "Ciência Hoje das Crianças". Editie 241. Beschikbaar in: .
Vraag 1 - In het volgende fragment staat een relatief voornaamwoord. Merk het:
“Goede slapers zijn mensen wiens slaaptijd […]”
Vraag 2 - In het bovenstaande fragment drukt het relatief voornaamwoord het idee uit van:
( ) modus
( ) bezit
( ) tijd
Vraag 3 - In de eerste alinea van de tekst moet het betrekkelijk voornaamwoord "dat" vergezeld gaan van:
( ) van het voorzetsel "van".
( ) van het voorzetsel "in".
( ) van het voorzetsel "met".
Vraag 4 – In “[…] die vroeg slapen en vroeg wakker worden […]”, verwijst het betrekkelijk voornaamwoord “dat” naar:
( ) tot korte slapers.
( ) tot langslapers.
( ) tot ochtendslapers.
Vraag 5 - In de zin “[…] zij die uitslapen […]” is de “o” die aan het betrekkelijk voornaamwoord voorafgaat:
( ) een bepaald lidwoord
( ) een persoonlijk voornaamwoord
( ) een aanwijzend voornaamwoord
Per Denyse Lage Fonseca
Afgestudeerd in Talen en specialist in afstandsonderwijs.
meld deze advertentie