Portugese activiteit, gericht op leerlingen in het achtste jaar van de basisschool, heeft tot doel het verbindende werkwoord te bestuderen. Weet je wanneer een werkwoord een koppelwerkwoord is? Nee? Zorg er dus voor dat u de voorgestelde vragen beantwoordt op basis van de tekst. Stedelijk landschap.
U kunt deze Portugese taalactiviteit downloaden in een bewerkbare Word-sjabloon, klaar om af te drukken in PDF en ook de voltooide activiteit.
Download deze Portugese oefening op:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
Lezen:
Het is vijf uur in de ochtend en de fijne motregen is wit als melk, koud als ijs. […]
De machine verschijnt om de hoek en komt langzaam, laag, sterk, groot, enorm. Een blanke man, een mulatvrouw, de dikke en de dunne, twee gekke jongens gaan naar de machine. Aankomst van sommigen, vertrek van anderen. Te midden van een scherpe geur van rook en dieselolie stapt de Andere Man de trein in.
Een man vervolgt een bericht. Moeilijk. Beton. En pas als er een meisje de trap van het rijtuig afkomt met een koffer, het haar met een lint naar achteren gebonden en een onderzoekende blik, schrikt de paalman. De ogen ontmoeten elkaar. De trein gaat en de ogen komen. Zo is de wereld... Een andere man is weg. Een man is gelukkig.
FERNANDES, Maria; HAILER, Marco Antônio. New Alp: "Analyse, taal en denken". V. 4. Sao Paulo: FTD, 2000. P. 152. (Fragment).
Vraag 1 - Het onderstreepte werkwoord is een link in:
( ) “Zij zijn vijf uur in de ochtend en de fijne motregen valt zo wit als melk […]"
( ) "De machine opduikt rond de bocht en komt langzaam […]"
( ) "Een man het is gelukkig."
Vraag 2 - Het koppelwerkwoord, geïdentificeerd in de bovenstaande vraag, geeft een status aan:
( ) een toestand van het onderwerp.
( ) een attribuut van het onderwerp.
( ) een actie van het onderwerp.
Vraag 3 - In de zin "De wereld is zo...", vertaalt het verbindingswerkwoord "is" zich:
( ) een schijnbaar aspect.
( ) een permanent uiterlijk.
( ) een voorbijgaand aspect.
Vraag 4 - In de context van de bovenstaande zin werkt "dus" syntactisch als:
( ) predicatief van het onderwerp.
( ) bijwoordelijke toevoeging.
( ) Adnominale plaatsvervanger.
Vraag 5 - Het werkwoord "lopen" is gekoppeld in:
( ) De man loopt gehaast.
( ) De man loopt naar de trein.
( ) De man is blij.
Door Denyse Lage Fonseca – Afgestudeerd in Talen en specialist in afstandsonderwijs.
Bij antwoorden staan in de link boven de kop.
meld deze advertentie