Portugese activiteit, gericht op leerlingen in het achtste jaar van de lagere school, heeft tot doel de onbepaald voornaamwoord. De leerlingen wordt gevraagd om de onbepaalde voornaamwoorden te identificeren en de rol die ze spelen bij de constructie van de tekst Waarom is het Latijn een dode taal?
Deze Portugese taalactiviteit is beschikbaar om te downloaden in een bewerkbare Word-sjabloon, klaar om af te drukken in PDF en ook de voltooide activiteit.
Download deze Portugese oefening op:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
Lezen:
Latijn was ongeveer 2000 jaar geleden de taal die in een groot deel van Europa werd gebruikt. Maar na verloop van tijd veranderde de manier van spreken van het Latijn al naar gelang de regio van dat continent. En het veranderde zo erg dat mensen in het ene gebied niet meer begrepen wat mensen in een ander gebied zeiden.
Zo worden nieuwe talen voorgesteld, zoals Frans, Italiaans, Spaans en Portugees. Met andere woorden, het Latijn is niet gestopt met spreken, het is gewoon getransformeerd.
Weet je, sprekend in het Spaans en Portugees, waarom J zo anders klinkt in deze twee talen?
Dit stamt uit de tijd dat het Iberisch schiereiland (nu Portugal en Spanje) in 218 voor Christus door de Romeinen werd gekoloniseerd. In die tijd sprak iedereen Latijn. Maar toen begonnen Iberische dialecten te ontstaan, zoals Galicisch-Portugees en Castiliaans. Toen begon de scheiding tussen Portugees en Spaans - inclusief de manier om sommige letters uit te spreken.
Beschikbaar in: .
Vraag 1 - De tekst dient het doel van:
a) een feit melden.
b) geef een toelichting.
c) een mening geven.
d) vertel een verhaal.
Vraag 2 - De gemarkeerde term is geclassificeerd als een onbepaald voornaamwoord in:
a) “[…] de manier van spreken van het Latijn veranderde naargelang de regio van dat”
b) “En het veranderde zo veel die mensen in een gebied niet meer begrepen […]"
c) “[…] wat de andere plaats zeiden ze."
d) "Dat komt uit de tijd dat het Iberisch schiereiland […]"
Vraag 3 - Markeer de onbepaalde voornaamwoorden die deel uitmaken van de volgende zinnen:
a) "In die tijd sprak iedereen Latijn."
b) "[...] inclusief de manier om sommige letters uit te spreken."
Vraag 4 – Identificeer, onder de voornaamwoorden die hierboven zijn gemarkeerd, degene die presteert:
a) de bijvoeglijke functie:
b) de zelfstandige naamwoord functie:
Vraag 5 - Functioneert de term 'één' in de titel als een onbepaald voornaamwoord? Leg uit:
EEN:
Door Denyse Lage Fonseca – Afgestudeerd in Talen en specialist in afstandsonderwijs.
Bij antwoorden staan in de link boven de kop.
meld deze advertentie