Portugese activiteit, gericht op leerlingen in het achtste jaar van de basisschool, richt zich op de werkwoorden verbinden. Wanneer scoren ze zo? Wanneer ze een term (predicatief) aan het onderwerp koppelen die een attribuut, staat of manier van zijn uitdrukt! Laten we de koppelwerkwoorden in de tekst analyseren Bestemming: Pantanal! Beantwoord daarom onderstaande vragen!
U kunt deze Portugese taalactiviteit downloaden in een bewerkbare Word-sjabloon, klaar om af te drukken in PDF en ook de voltooide activiteit.
Download deze Portugese oefening op:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
Lezen:
De Pantanal, die een deel van het middenwesten van Brazilië beslaat, in de staten Mato Grosso en Mato Grosso do Sul, is ons best bewaarde bioom. Sommige van zijn planten zijn zeldzaam vanwege hun aard en niet vanwege hun schade aan het milieu. De grootste bedreiging voor hun verdwijning is altijd de Pantanal-transformatiecyclus geweest, waarbij de zomer over het algemeen onder water staat en de winter in de ergste droogte. Maar deze zeldzame planten, die alleen in dit bioom voorkomen, kunnen ook ophouden te bestaan door nieuwe factoren. De gebieden waar vee graast, die voorheen natuurlijk waren, beginnen te worden aangepast met de introductie van nieuwe soorten dieren en planten, die beginnen te strijden om ruimte. De komst van hydro-elektrische dammen, die permanent gebieden onder water zetten die voorheen de cyclus van overstromingen en droogtes doormaakten, is ook schadelijk. […]
tijdschrift "Ciência Hoje das Crianças". Editie 247. Beschikbaar in: .
Vraag 1 - Het gemarkeerde werkwoord is een link in de zin:
( ) “Sommige van je planten zij zijn bijzonder […]"
( ) "[…] wat bestaan alleen in dit bioom […]"
( ) "[…] wat voorbij lopen strijden om ruimte.”
Vraag 2 - In de hierboven geïdentificeerde zin verbindt het werkwoord het onderwerp met een predicatief, wat aangeeft:
( ) een staat.
( ) een attribuut.
( ) een manier van zijn.
Vraag 3 - In het fragment “[…] de Pantanal é ons best bewaarde bioom.”, het onderstreepte werkwoord is:
( ) bindend.
( ) intransitief.
( ) direct transitief.
Vraag 4 - In de passage “De gebieden waar vee graast, die vroeger natuurlijk waren […]”, drukt het verbindingswerkwoord uit:
( ) een continu feit in het verleden.
( ) een hypothetisch feit in het verleden.
( ) een feit dat in het verleden is gesloten.
Vraag 5 - In het segment […] is het ook schadelijk.”, verwijst het verbindingswerkwoord naar het onderwerp:
( ) "de introductie van nieuwe dier- en plantensoorten".
( ) "De komst van waterkrachtcentrales".
( ) "de cyclus van overstromingen en droogte".
Per Denyse Lage Fonseca
Afgestudeerd in Talen en specialist in afstandsonderwijs.
meld deze advertentie