Activiteit van tekst interpretatie, gericht op leerlingen in het zesde leerjaar van de basisschool, over de schildpad en de haas. Het verhaal begint wanneer de schildpad een voorstel doet aan de haas: Laten we wedden wie er als eerste is waar die boom staat? De haas maakte meteen de spot met... Hoe kon de schildpad, die langzaam is, een van de snelste dieren op aarde verslaan? Hoe gaat het? Wie heeft de weddenschap gewonnen? Wie won de combiprijs? De schildpad of de haas? Hoe zit het met het ontdekken van de ontvouwing van dit verhaal? Lees de tekst dus goed door en beantwoord daarna de verschillende interpretatieve vragen!
U kunt deze activiteit voor tekstbegrip downloaden in een bewerkbare Word-sjabloon, klaar om af te drukken naar PDF, evenals de voltooide activiteit.
Download deze tekstinterpretatieoefening van:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
Lezen:
– Laten we wedden wie er als eerste is waar die boom staat? vroeg de schildpad aan de haas.
De haas lachte haar uit:
- Jij bent gek? Langzaam als je bent! Weet je nog dat ik een van de snelste dieren ben die er zijn?
- Ja dat ben ik. En ik blijf gokken.
De haas wist dat hij met vier sprongen de boom kon bereiken.
- Het is ok. Zeg niet dat ik je niet gewaarschuwd heb.
Er werd een prijs afgesproken en de haas liet de schildpad gaan.
Hij graasde, luisterde naar uit welke richting de wind kwam, sliep – en ondertussen ging de schildpad, in zijn plechtige stap. Hij was zich bewust van zijn traagheid en daarom bleef hij lopen.
"Deze weddenschap is mijn bruidsschat onwaardig", dacht de haas.
– Om de overwinning enige waarde te laten hebben, pas op het laatste moment uitkomen.
Immers, toen de schildpad bijna aan het einde was overeengekomen, vertrok hij als een pijl.
Te laat. Toen hij aankwam, was de schildpad er al. Hij moest hem de prijs uitreiken en hem bovendien feliciteren.
Volhardend werk is beter dan slecht gebruikte natuurlijke gaven.
GÄRTNER, Hans & ZWERGER, Lisbeth. "12 fabels van Aesopus". Sao Paulo: Attika, 1999.
Vraag 1 - De tekst hierboven is:
( ) Een verhaal.
( ) een fabel.
( ) een melding.
Vraag 2 - Het gelezen verhaal gebeurt omdat:
( ) de schildpad stelde een weddenschap voor aan de haas.
( ) de schildpad won de weddenschap die de haas voorstelde.
( ) de haas maakte grapjes over de weddenschap die de schildpad voorstelde.
Vraag 3 - De haas definieerde de schildpad met de term:
( ) "gek".
( ) "onwaardig".
( ) "langzaam".
Vraag 4 – In het fragment "Weet je nog dat ik een van de snelste dieren ben die er zijn?", Het woord "meer":
( ) verklaart een kenmerk van dieren zoals de haas.
( ) versterkt een kenmerk van dieren zoals de haas.
( ) vormt een aanvulling op een kenmerk van dieren zoals de haas.
Vraag 5 - Volgens de tekst, de schildpad:
( ) “hij stopte niet met lopen en was zich bewust van zijn traagheid”.
( ) “hij stopte niet met lopen, omdat hij zich bewust was van zijn traagheid”.
( ) “hij stopte niet met lopen, maar hij was zich bewust van zijn traagheid”.
Vraag 6 – Onderstreep de werkwoorden die de acties van de haas uitdrukken, terwijl de schildpad het pad van de weddenschap volgde:
"Ze graasde, luisterde naar hoe de wind kwam, sliep [...]"
Vraag 7 – In de doorgang "Moest overhandig hem de prijs en feliciteer hem bovendien.”, geeft de gemarkeerde uitdrukking aan:
( ) een wens van de haas.
( ) een verplichting van de haas.
( ) een aanbeveling van de haas.
Vraag 8 – De moraal van het verhaal werd opgebouwd door:
( ) van een oppositie.
( ) van een vergelijking.
( ) van een voorbeeld.
Vraag 9 – Wie vertelt het verhaal "De schildpad en de haas"?
( ) de haas.
( ) de schildpad.
( ) de verteller-waarnemer.
Per Denyse Lage Fonseca
Afgestudeerd in Talen en specialist in afstandsonderwijs.
meld deze advertentie