Portugese activiteit, gericht op leerlingen van de negende klas, richt zich op de Onbepaalde voornaamwoorden. Laten we de voornaamwoorden analyseren die oneindigheid uitdrukken? Beantwoord hiervoor de vragen aan de hand van de tekst. Dag van de handelaar! Weet je wanneer het is? Nee? Zoek het uit!
Deze Portugese taalactiviteit is beschikbaar om te downloaden in een bewerkbare Word-sjabloon, klaar om af te drukken in PDF en ook de voltooide activiteit.
Download deze Portugese oefening op:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
Lezen:
Als iedereen alles zou produceren wat nodig is om te leven, zou er geen handel zijn. Maar is dit mogelijk? Stel je voor dat we al het voedsel dat we eten moeten planten en oogsten, onze kleding moeten maken, onze hygiëne- en schoonmaakproducten moeten maken, onze huizen en onze auto's moeten bouwen. Onmogelijk! Ook al zou er altijd wel iemand zijn die iets gaafs zou verzinnen dat wij ook graag zouden willen hebben, dan zouden we toch nodig hebben ruil de dingen die we weten om te doen voor dingen die anderen weten te doen... Daar, zonder het te beseffen, de bedrijf! Dat is de reden waarom de handelaar zo'n belangrijke professional is, omdat hij het is die de uitwisseling van producten tussen mensen faciliteert, van sommigen koopt en aan anderen verkoopt.
Beschikbaar in: .
Vraag 1 - Het onderstreepte voornaamwoord onthult onbepaaldheid in de passage:
( ) “Maar zal het zo zijn? dat het is mogelijk?"
( ) “Zelfs omdat er altijd zou zijn iemand wie zou iets cools uitvinden […]"
( ) "[…] zo is het hij dat de uitwisseling van producten tussen mensen vergemakkelijkt […]"
Vraag 2 - In de derde alinea staat een onbepaald voornaamwoord dat verwijst naar het zelfstandig naamwoord:
( ) "voedsel"
( ) "producten"
( ) "auto's"
Vraag 3 - Onderstreep de onbepaalde voornaamwoorden die deel uitmaken van dit fragment:
"Als iedereen alles zou produceren wat ze nodig hebben om te leven, zou er geen handel zijn."
Vraag 4 - In de zin "[...] kopen van sommigen en verkopen aan anderen.", vervullen de onbepaalde voornaamwoorden syntactisch de functie van:
( ) onderwerp
( ) voorwerp
( ) predicatief
Vraag 5 - Onbepaalde voornaamwoorden verwijzen naar:
( ) aan de 1e persoon van de toespraak.
( ) naar de 2e persoon van de toespraak.
( ) naar de 3e persoon van de toespraak.
Per Denyse Lage Fonseca – Afgestudeerd in Talen en specialist in afstandsonderwijs.
Bij antwoorden staan in de link boven de kop.