Portugese activiteit, gericht op leerlingen van de negende klas, ongeveer verbale transitiviteit. Laten we de transitieve werkwoorden in de tekst analyseren Meesters in de kunst van het verdedigen? Om dit te doen, beantwoordt u de voorgestelde vragen!
U kunt deze Portugese taalactiviteit downloaden in een bewerkbare Word-sjabloon, klaar om af te drukken in PDF en ook de activiteit met antwoorden.
Download deze Portugese oefening op:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
Lezen:
Wandelen door het landschap of het bewonderen van een bos is iets dat een aangenaam gevoel van rust uitstraalt. Bomen vermengen zich zo harmonieus dat we kunnen zweren dat we geconfronteerd worden met een wereld waar werkelijk vrede is. Maar achter deze schijnbare stilte woedt een strijd. Zonder dat je het merkt, vechten planten meedogenloos om territorium, voedsel, voortplanting en zelfs voor hun eigen voortbestaan. Je tegenstanders zijn bacteriën, schimmels, insecten, dieren die groenten eten en zelfs andere planten. Maar ook al zijn ze onbeweeglijk, met hun wortels aan de grond vastgekleefd, planten _________ hun verdediging. En welke verdedigingen!
tijdschrift "Ciência Hoje das Crianças". Oplage 186.
Beschikbaar in:. (Fragment).
Vraag 1 - In het segment “Loop door het landschap of bewonder een bos […]” staan twee werkwoorden in de infinitief. Beoordeel ze op transitiviteit:
Vraag 2 - In de passage “[…] is iets dat zendt uit een aangenaam gevoel van rust.”, het onderstreepte werkwoord is direct transitief omdat:
( ) geen toeslag.
( ) vereist complement zonder voorzetsel.
( ) vereist een aanvulling met voorzetsel.
Vraag 3 - In de passage “[…] de planten vechten meedogenloos om territorium […]”, voegt de bijwoordelijke uitdrukking aan het indirecte transitieve werkwoord een omstandigheid toe van:
( ) plaats.
( ) modus.
( ) tijd.
Vraag 4 – In "[...] dieren die groenten en zelfs andere planten eten.", is het werkwoord "eten":
( ) intransitief.
( ) direct transitief.
( ) indirect transitief.
Vraag 5 - Vul de ruimte in met het directe transitieve werkwoord "hebben" of "hebben":
"Maar ook al zijn ze onbeweeglijk, met hun wortels aan de grond vastgekleefd, planten _________ hun verdediging."
Door Denyse Lage Fonseca
Afgestudeerd in Talen en specialist in afstandsonderwijs.