Wiskundige activiteit, voorgesteld aan leerlingen van het vierde of vijfde jaar van de lagere school, met oefeningen over tijdmetingen.
U kunt deze wiskundige activiteit downloaden in een bewerkbare Word-sjabloon, klaar om af te drukken in PDF, evenals de voltooide activiteit.
Download deze activiteit van:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
1) Vul de gaten in, verwijzend naar de maanden:
a) De maand januari heeft ________ dagen.
b) De maand februari heeft ________ dagen.
c) De maand maart heeft ________ dagen.
d) De maand april heeft ________ dagen.
e) De maand mei heeft ________ dagen.
f) De maand juni heeft ________ dagen.
g) De maand juli heeft ________ dagen.
h) De maand augustus heeft ________ dagen.
i) De maand september heeft ________ dagen.
j) De maand oktober heeft ________ dagen.
k) De maand november heeft ________ dagen.
l) De maand december heeft ________ dagen.
2) Vul aan met de tijd die overeenkomt met:
a) Biennium = 2 jaar
b) Kwartaal=
c) Twee weken =
d) Eeuw=
e) Millennium=
f) Bimester=
g) Decennium=
h) Semester=
i) Vijfjaarlijks=
3) We weten dat januari maand 1 is, dus antwoord:
a) Wat is maand 5:
b) Wat is maand 9:
Voor TOEGANG:
Bij antwoorden staan in de link boven de kop.