Portugese activiteit, gericht op zevendejaarsstudenten, is gericht op het bestuderen van de onderwerp predicatief. Laten we het identificeren in de tekst een lerarendag? Laten we eens kijken welke rol het speelt in de communicatieve context? Aan het werk dus!
Deze Portugese taalactiviteit is beschikbaar om te downloaden in een bewerkbare Word-sjabloon, klaar om af te drukken in PDF en ook de voltooide activiteit.
Download deze Portugese oefening op:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
Lezen:
"En Dom Pedro trok zijn zwaard en schreeuwde..." Ik geef les aan 7-jarigen. Het ontwerp van het personage He-man, met zijn machtige Greyskull-zwaard, was een koorts onder de kinderen.
Tijdens de week van het vaderland was ik erg opgewonden, pratend over de onafhankelijkheid van Brazilië. Het vertelde over de aankomst van Dom Pedro aan de oevers van de Ipiranga-stroom, waar de roep om onafhankelijkheid had geklonken. Voor de aandachtige klas maakte ik een gebaar om de aflevering een speciale kleur te geven:
- Dom Pedro, verontwaardigd, trok zijn zwaard en zei...
Op dat moment kwam er een student naar voren en riep vanuit het midden van de kamer:
"Door de krachten van Greyskull!!!"
Verbaasd bleef ik staan, keek hem aan en barstte in lachen uit, uiteraard vergezeld van de rest van de klas.
Felisimina Dalva Teixeira. tijdschrift Nova Escola. nr. 182, mei 2005. p.6.
Vraag 1 - Het onderstreepte fragment werkt als een predicatief van het onderwerp in:
( ) “De tekening van het He-man-personage, met zijn machtige Greyskull-zwaard, het was koorts […]"
( ) “In de week van het vaderland was ik erg opgewonden […]”
( ) “Op dat moment anticipeerde een student en, vanuit het midden van de kamer, riep […]"
Vraag 2 - De hachelijke situatie, hierboven geïdentificeerd, drukt uit:
( ) een attribuut van de leraar.
( ) een manier van zijn van de leraar.
( ) een toestand van de leraar.
Vraag 3 - Het gemarkeerde bijvoeglijk naamwoord werkt syntactisch als predicatief van het onderwerp in de zin:
( ) “[…] een kleur geven Speciaal naar de aflevering […]"
( ) “— Dom Pedro, verontwaardigd, haalde het zwaard tevoorschijn en zei..."
( ) "Ik ben gestopt versteld staan, ik keek hem aan en barstte in lachen uit vergezeld van [...]"
Vraag 4 – Het predicatief, aanwezig in de hierboven gemarkeerde zin, geeft een staat aan:
( ) van voorbijgaande aard
( ) permanent
( ) duidelijk
Vraag 5 - Markeer de predicatieven van het onderwerp die de volgende clausules vormen:
a) De leerlingen luisterden aandachtig naar de uitleg van de leraar.
b) De klas leek erg geïnteresseerd!
c) De leraar was erg blij!
Door Denyse Lage Fonseca – Afgestudeerd in Talen en specialist in afstandsonderwijs.
Bij antwoorden staan in de link boven de kop.