Portugese activiteit, gericht op leerlingen in het zevende jaar van de lagere school, heeft tot doel de bijwoorden van tijd. De vragen zijn gebaseerd op een tekst van Clarice Lispector, waarin de schrijver reflecteert op Schrijven.
U kunt deze Portugese taalactiviteit downloaden in een bewerkbare Word-sjabloon, klaar om af te drukken in PDF en ook de voltooide activiteit.
Download deze Portugese oefening op:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
Lezen:
Ik heb ooit gezegd dat schrijven een vloek is. Ik weet niet meer precies waarom ik het zei, en eerlijk gezegd. __________ Ik herhaal: het is een vloek, maar een vloek die redt.
Ik heb het niet veel over schrijven voor de krant. Maar schrijven wat uiteindelijk een kort verhaal of een roman zou kunnen worden. Het is een vloek, want het dwingt en sleept als een pijnlijke verslaving waarvan het bijna onmogelijk is om er vanaf te komen, omdat er niets voor in de plaats komt. En het is een redding.
Red de gevangen ziel, red de persoon die zich nutteloos voelt, red de dag dat je leeft en die je nooit zult begrijpen tenzij je schrijft. Schrijven is proberen te begrijpen, het niet-reproduceerbare proberen te reproduceren, tot het einde toe het gevoel voelen dat alleen vaag en verstikkend zou blijven. Schrijven is ook een zegen voor een leven dat niet gezegend is.
Jammer dat ik pas kan schrijven als het “ding” spontaan komt. Dus ik ben overgeleverd aan de tijd. En tussen het ene echte schrift en het andere kunnen jaren verstrijken.
Ik herinner me nu met verlangen de pijn van het schrijven van boeken.
Clarice Lispector, "De wereld ontdekken".
Vraag 1 - De onderstreepte term is een bijwoord dat het begrip tijd uitdrukt in:
( ) “Ik weet niet meer waarom precies Ik zei het, en met oprechtheid."
( ) “[…] slaat de ochtend- dat je leeft en dat je nooit zult begrijpen tenzij je schrijft.”
( ) “Jammer dat ik pas kan schrijven wanneer spontaan het "ding" komt."
Vraag 2 - Het bijwoord van tijd, geïdentificeerd in de vorige vraag, wijzigt de betekenis van:
( ) een bijvoeglijk naamwoord
( ) een werkwoord
( ) een bijwoord
Vraag 3 - Wijs op bijwoorden die de plaats van "uiteindelijk" in de tekst kunnen innemen:
EEN:
Vraag 4 – Wijs op het bijwoord dat de leemte in de tekst opvult en een actuele gedachte aangeeft:
( ) Vandaag
( ) Ooit
( ) Nooit
Vraag 5 - Identificeer het bijwoord van tijd dat de laatste periode van de tekst vormt:
EEN:
Door Denyse Lage Fonseca – Afgestudeerd in Talen en specialist in afstandsonderwijs.
Bij antwoorden staan in de link boven de kop.
meld deze advertentie