
Portugese activiteit, gericht op leerlingen van de achtste klas, ongeveer infinitief werkwoorden. Laten we ze bestuderen via het nieuws Het verhaal van Teco? Aan het werk dus!
U kunt deze Portugese taalactiviteit downloaden in een bewerkbare Word-sjabloon, klaar om af te drukken in PDF en ook de voltooide activiteit.
Download deze Portugese oefening op:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
Lezen:
Teco is een pinguïn die nu in het Aquarium van Guarujá leeft. Hij werd gevonden op een strand in São Sebastião door een visser die hem mee naar huis nam. Een buurman zag de visser aankomen, benaderde hem en vroeg wat hij met het dier ging doen. Zonder aarzelen zei de visser dat hij die "eend" op het strand had gevonden en dat hij hem ging koken voor de lunch. Gealarmeerd waarschuwde de buurman dat hij het dier niet kon ______________, omdat het helemaal geen wilde eend was: het was een pinguïn!
Beschikbaar in: .
Vraag 1 - De drie onderstreepte werkwoorden in de volgende zinnen zijn in de vorm van een zelfstandig naamwoord. Controleer de zin waar het werkwoord in de infinitiefvorm staat:
( ) "Hij was gevonden op een strand in São Sebastião […]"
( ) “Een buurman zag de visser komt eraan […]”
( ) “[…] en vroeg wat hij ging doen Te doen met het dier."
Vraag 2 - In de periode "Zonder aarzeling zei de visser dat hij die "eend" op het strand had gevonden en dat hij hem ging koken voor de lunch.", zou het werkwoord in de infinitief "aarzelen" kunnen worden vervangen door:
( ) te vrezen
( ) plannen
( ) aarzelen
Vraag 3 - In de bovenstaande context speelt de zinsnede "Zonder aarzelen" een bijwoordelijke functie omdat het de betekenis wijzigt:
( ) van het werkwoord "zei".
( ) van het werkwoord "gevonden".
( ) van het werkwoord "ia".
Vraag 4 – Rekening houdend met de context van het bovenstaande nieuws, moet de aangegeven spatie worden gevuld met het infinitief werkwoord:
( ) koken
( ) schoon
( ) meenemen
Vraag 5 - Het werkwoord in de vorige vraag is:
( ) indirect transitief omdat het een aanvulling met een voorzetsel vereiste.
( ) direct transitief omdat het een complement zonder voorzetsel vereiste.
( ) intransitief omdat er geen aanvulling voor nodig was.
Per Denyse Lage Fonseca – Afgestudeerd in Talen en specialist in afstandsonderwijs.
Bij antwoorden staan in de link boven de kop.