activiteit van tekst interpretatie, gericht op leerlingen in het vijfde leerjaar van de basisschool, met vragen aan de hand van de tekst De visser en de vos.
U kunt deze activiteit voor tekstbegrip downloaden in een bewerkbare Word-sjabloon, klaar om af te drukken in PDF en ook de activiteit met antwoorden.
Download deze tekstinterpretatieoefening op:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
Lezen:
Cordel Literatuur is van groot belang voor de folklore, aangezien cordels omgaan met lokale gebruiken en regionale identiteiten versterken. Bekend om haar houtsneden (houtgravures), die de pagina's van gedichten illustreren.
Aandacht hier mijn vriend
Ik zal je een verhaal vertellen
Houd de bodems goed vast
Voor broeken dus niet vies worden!
Daar voor de noordoostelijke wildernis
Er huilde een wolf
Uit angst spraken de mensen
Het is de weerwolf die komt!
Alle kinderen renden
Rustig thuis om te blijven
Nou, zeiden de dames
Dat het dier wilde trouwen!
Op een nacht met volle maan
kon niet spelen
De huizen waren gesloten
Voor de nacht punten!
Maar het gebeurt dat op een dag
Door onvoorzichtigheid of ongeluk
Het beest nam een meisje mee
Ze was in een flits weg!
En tot op de dag van vandaag weten ze het niet
wat is er aan de hand
de arme ongelukkige
Dat het beest wilde trouwen!
Maar daar zeggen ze
Dat het dier hier kwam
dat hij vandaag zoekt
Wie is het die dit vers leest!
Isabel Cristina S. Soares hieronder
1) Wat is de titel van het gedicht?
EEN:
2) De gelezen tekst is van het type:
a) Leerzaam.
b) Verhaal.
c) Uitleg.
d) Argumenten.
3) Motiveer je vorige antwoord:
a) De tekst begeleidt een persoon hoe verder te gaan.
b) De tekst vertelt een populair verhaal.
c) De tekst onthult een idee.
d) De tekst probeert iets te overtuigen van een idee
4) Hoeveel strofen en hoeveel regels heeft het gedicht?
EEN:
5) Verwijder uit de tekst:
a) Een afgeleid zelfstandig naamwoord:
b) Een woord in het verkleinwoord:
c) Een woord dat actie aangeeft:
6) "Lá pro sertão do Nordeste", de passage geeft aan:
op tijd.
b) plaats.
c) omstandigheid.
d) ontkenning.
7) Wie is de auteur van de tekst?
EEN:
8) "Alle kinderen renden". Herschrijf de zin en vervang het onderstreepte woord door een synoniem.
EEN:
Per toegang