activiteit van tekst interpretatie, gericht op leerlingen in het vijfde leerjaar van de basisschool, op het kompas. Is het daar? is een instrument dat al eeuwenlang wordt gebruikt voor begeleiding. Weet jij hoe je er een moet maken? Nee? Leer dus door de tekst te lezen! Beantwoord dan de verschillende interpretatieve vragen die worden gesteld!
U kunt deze activiteit voor tekstbegrip downloaden in een bewerkbare Word-sjabloon, klaar om af te drukken in PDF en ook de activiteit met antwoorden.
Download deze tekstinterpretatieoefening op:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
Lezen:
Het kompas is een instrument dat al eeuwenlang wordt gebruikt voor begeleiding. Het bestaat eigenlijk uit een naald die altijd naar het noorden wijst. U kunt zelf een kompas met lage precisie bouwen. Hiervoor heb je een magneet nodig (misschien heb je er een in je koelkast), een naald, een kurkstop of een stuk piepschuim, een plakband, een mes en een kom met water.
Instructies:
Maria Ramos.
Beschikbaar in: .
Vraag 1 - In de passage "Het kompas is een instrument dat eeuwenlang als leidraad wordt gebruikt.", de auteur van de tekst:
( ) geeft een voorbeeld.
( ) geeft een mening.
( ) geeft een definitie weer.
Vraag 2 - Het fragment "Het bestaat eigenlijk uit een naald die altijd naar het noorden wijst." is:
( ) vertelling.
( ) Omschrijving.
( ) argumentatie.
Vraag 3 - In het fragment “To deze, je hebt een magneet nodig […]”, het gemarkeerde woord:
( ) corrigeert informatie.
( ) haalt informatie op.
( ) vult informatie aan.
Vraag 4 – In het deel "[...] (misschien heb je er een in je koelkast)", verwijst de auteur:
( ) aan een magneet.
( ) op een stuk piepschuim.
( ) in een kom water.
Vraag 5 - In "Snijd de kurken stop" of het stuk piepschuim […]”, de onderstreepte term geeft aan:
( ) optie.
( ) toevoeging.
( ) oppositie.
Vraag 6 - De auteur vraagt de lezer, in een van de stappen om het kompas te bouwen, om "de naald te magnetiseren". Transcribeer het deel van de tekst waarin ze leert hoe je deze magnetisatie moet doen:
Vraag 7 - Onderstreep het voornaamwoord dat de auteur gebruikt om de lezer hieronder aan te spreken:
“Als het goed is, als je de naald beweegt […]”
Vraag 8 - Horloge:
“[…] ze moet terugkeren naar dezelfde positie, d.w.z., die de noord-zuidrichting aangeeft.”
De onderstreepte uitdrukking begint:
( ) een aftrek.
( ) een verklaring.
( ) een vergelijking.
Vraag 9 - Bepaal het doel van de kompastekst:
( ) een feit melden.
( ) vertel een verhaal.
( ) leren om iets te doen.
Door Denyse Lage Fonseca
Afgestudeerd in Letteren en specialist in afstandsonderwijs.