wiskundige activiteit, voorgesteld aan leerlingen van het tweede en derde leerjaar van de lagere school, met optellen en aftrekken.
Je kunt dit downloaden wiskundige activiteit in bewerkbare Word-sjabloon, klaar om af te drukken in PDF en ook de activiteit met antwoorden.
download dit wiskunde oefening in:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
1) MILO VERKOCHT 14 ROZE KOGELS EN 23 BLAUWE KOGELS. HOEVEEL KOGELS VERKOCHT HIJ IN TOTAAL?
EEN:
BEREKENEN
2) AAN HET BEGIN VAN DE DAG HAD DE BAKKERIJ 63 ZOETE BROODJES, MAAR AAN HET EINDE VAN DE DAG SLECHTS 12. HOEVEEL ZOETE BROODJES VERKOCHT DE BAKKERIJ?
EEN:
BEREKENEN
3) HET WAS EEN HETE DAG EN VEEL MENSEN KOPEN IJSJES OP DE BEURS. HET IJS VERKOCHT 18 KEGEL MET VANILLE SMAAK, 15 KEGEL MET AARDBEI SMAAK EN 21 CHOCOLADE KEGELJES. HOEVEEL KEGELS HIJ IN TOTAAL VERKOCHT?
EEN:
BEREKENEN
4) HET TICKETKANTOOR HAD 58 TICKETS VOOR DE KABELWAGEN. AAN HET EINDE VAN DE DAG SLECHTS 9 OVER. HOEVEEL TICKETS ZIJN VERKOCHT?
EEN:
BEREKENEN
5) TOEN CLARA HET NIET BEZIG WAS MET HET HELPEN VAN KLANTEN, VERDEELD ZIJ BALLONNEN AAN BEZOEKERS. ZE VERDEELD 8 ROZE BALLONNEN, 11 GROENE BALLONNEN, 24 PAARSE BALLONNEN EN 5 HEMELBLAUWE BALLONNEN. HOEVEEL BALLONNEN HEEFT ZE VERDEELD?
EEN:
BEREKENEN
Per toegang