wiskundige activiteit, voorgesteld aan leerlingen van het derde en vierde leerjaar van de lagere school, met probleemsituaties optellen en vermenigvuldigen.
Je kunt dit downloaden wiskundige activiteit in bewerkbare Word-sjabloon, klaar om af te drukken in PDF en ook de activiteit met antwoorden.
download dit wiskunde oefening in:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
Célio en zijn vader, een ingenieur, besloten een boomhut in hun achtertuin te bouwen. Beantwoord de onderstaande vragen:
1) Om het huis te kunnen bouwen, moesten Célio en zijn vader wat houten planken kopen. Als ze aanvankelijk 15 borden hadden en elk 10 borden kochten, hoeveel borden hebben ze dan in totaal?
EEN:
2) Tijdens het bouwen van het huis merkte Célio dat de spijkers bijna op waren, dus vertelde hij zijn vader dat hij er een paar ging kopen. Als ze nog 9 spijkers hadden en Célio 2 dozen spijkers kocht, de grote doos met 55 spijkers en de kleine met 31, hoeveel spijkers hebben ze dan nu?
EEN:
3) Om de boomhut stabieler te maken, besloot Célio's vader om de hoekstijlen van het huis aan de boom zelf te bevestigen. Hij gebruikte 60 centimeter touw voor de eerste paal, 50 centimeter voor de tweede, 35 centimeter voor de derde en 30 centimeter voor de vierde. Hij had ook 4 meter kabel, maar die gebruikte hij niet. Hoeveel inch touw is er gebruikt?
EEN:
4) De boomhut is bijna klaar; alles wat ze nodig hebben is om het te schilderen. Hun vader schatte dat ze 5 liter witte verf, 3 liter groene verf en 3 liter bruine verf en 6 kwasten nodig hebben. Hoeveel liter verf zullen ze in totaal gebruiken?
EEN:
5) Toen de boomhut klaar was, serveerde Célio's moeder warme koekjes. Als Celio 15 koekjes at, zijn vader 10 en zijn moeder maar 5, hoeveel koekjes werden er dan in totaal gegeten?
EEN:
Per toegang