Portugese activiteit, gericht op leerlingen in het negende leerjaar van de lagere school, adresseert bitransitieve werkwoorden. Laten we deze werkwoorden in de tekst over het boek analyseren de zwarte kip? Beantwoord hiervoor de voorgestelde vragen!
U kunt deze Portugese taalactiviteit downloaden in een bewerkbaar Word-sjabloon, klaar om af te drukken naar PDF en ook de activiteit met antwoorden.
Download deze Portugese oefening op:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
Lezen:
Alyosha is een leerling op een kostschool in St. Petersburg, Rusland. Nadat hij de kip Farrusca uit de pot heeft gered, ontdekt de jongen een fantastische onderaardse wereld, bewoond door mannetjes van dertig centimeter. Farrusca is daar een belangrijke minister. Voor zijn heldhaftige gebaar schenkt de koning Alyosha de vervulling van een wens. Hij vraagt dan om de mogelijkheid om de lessen te doen zonder te studeren. De koning geeft de jongen een magisch zaadje, maar het amulet keert zich tegen hem. "The Black Hen", gepubliceerd in 1829, wordt beschouwd als het eerste Russische sprookje. Het is geschreven onder invloed van de Duitse romantiek en kan vergeleken worden met “De Notenkraker” van E. T. A. Hoffman, meester van de fantastische literatuur, met wie de auteur bevriend was.
Beschikbaar in: .
Vraag 1 - Identificeer het segment dat een bitransitief werkwoord bevat:
( ) “Alyosha studeert op een kostschool in Sint-Petersburg, Rusland.”
( ) “[…] de jongen ontdekt een fantastische ondergrondse wereld […]”
( ) “[…] de koning schenkt Alyosha de vervulling van een wens.”
Vraag 2 - In de sectie "Na het redden van de Farrusca-kip uit de pot […]" heeft het bitransitieve werkwoord de vorm van:
( ) infinitief.
( ) gerundium.
( ) deelwoord.
Vraag 3 - In het gedeelte “Hij vraagt dan of hij de lessen kan doen zonder te studeren.”, wordt het werkwoord “vraagt” geclassificeerd als:
( ) bitransitief.
( ) direct transitief.
( ) indirect transitief.
Vraag 4 – In het onderstaande fragment staat een bitransitief werkwoord. Markeer het:
"De koning geeft de jongen een magisch zaadje, maar het amulet keert zich tegen hem."
Vraag 5 – Het hierboven onderstreepte werkwoord is bitransitief omdat het twee soorten complement (objecten) vereist. Voer deze objecten in:
a) lijdend voorwerp:
b) meewerkend voorwerp:
Door Denyse Lage Fonseca
Afgestudeerd in Letteren en specialist in onderwijs op afstand.