Activiteit van tekst interpretatie, gericht op leerlingen in het zesde leerjaar van de basisschool, over de herdersjongen en de wolf. Volgens het verhaal vond de herdersjongen, die plezier wilde hebben, uit dat zijn schapen werden aangevallen door een wolf. Toen ze het hulpgeroep hoorden, kwamen de mannen aanrennen... Wat gebeurde er daarna? Ben je nieuwsgierig? Lees de fabel dus goed door! Beantwoord dan de verschillende interpretatieve vragen die worden gesteld!
Deze activiteit voor begrijpend lezen kan worden gedownload als een bewerkbare sjabloon in Word, klaar om af te drukken naar PDF, evenals de voltooide activiteit.
Download deze tekstinterpretatieoefening op:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
Lezen:
De herdersjongen was in het veld aan het zorgen voor zijn kudde schapen.
Omdat hij wat plezier wilde hebben, rende hij naar de top van de heuvel en riep naar de mannen die beneden in het dorp aan het werk waren:
- Helpen! Een wolf valt de schapen aan!
De mannen bewapenden zich met stokken en renden naar de top van de heuvel om de wolf te verdrijven.
Toen ze daar aankwamen, kronkelde de kleine herder van het lachen:
- Oh Oh! Ik heb een stel dwazen voor de gek gehouden! Ach, ach! Er is geen wolf!
De mannen keerden woedend om de grap terug naar het dorp.
Het blijkt dat kort daarna een wolf verscheen die de kudde wilde aanvallen!
De kleine herder was doodsbang en rende weer naar de top van de heuvel, schreeuwend uit alle macht:
- Helpen! Helpen! Een wolf! Nu is het waar! Helpen!
Maar deze keer schonk niemand aandacht aan het geschreeuw van de herdersjongen, die in groot gevaar de wolf in zijn eentje moest verdrijven.
Beschikbaar in: .
Vraag 1 - Het verhaal "De herder en de wolf" gebeurt omdat:
( ) de mannen geloofden de leugen van de kleine herder.
( ) de herdersjongen zorgde voor zijn schapen in het veld.
( ) de herder wilde plezier hebben door de aanval van de wolf uit te vinden.
Vraag 2 - Herlees dit tekstfragment:
"De mannen bewapenden zich met stokken en renden naar de top van de heuvel om de wolf te verdrijven.”
In dit tekstfragment drukt het onderstreepte fragment uit:
( ) de manier waarop mannen zich bewapenen en naar de top van de heuvel rennen.
( ) het doel voor mannen om zich te bewapenen en naar de top van de heuvel te rennen.
( ) het gevolg van mannen die zich bewapenen en naar de top van de heuvel rennen.
Vraag 3 - In het segment "Het komt voor dat, snel na, er verscheen zelfs een wolf, die de kudde wilde aanvallen!”, de gemarkeerde uitdrukking drukt een omstandigheid uit van:
( ) plaats.
( ) oorzaak.
( ) tijd.
Vraag 4 – Markeer de werkwoorden die de handelingen van de herder uitdrukken in dit fragment:
“De kleine herder schrok en rende terug naar de top van de heuvel […]”
Vraag 5 - In de passage “– Help! Helpen! Een wolf! Nu is het waar! helpen!”, kan het onderstreepte werkwoord worden vervangen door:
( ) "Helpen".
( ) "Rennen".
( ) "Gehoorzaam".
Vraag 6 – In “Maar deze keer noemde niemand de herdersjongen […]” introduceert het woord “Maar” een feit:
( ) waarmee het bovenstaande wordt afgesloten.
( ) die wordt toegevoegd aan de vorige.
( ) wat in contrast staat met het bovenstaande.
Vraag 7 – In de passage “[…] die de wolf in zijn eentje moest verdrijven, enorm gevaar lopen.”, vertelt de verteller van het verhaal:
( ) een wens van de kleine herder.
( ) een vraag van de herder.
( ) een verplichting van de herder.
Vraag 8 – In de tekst werden streepjes gebruikt om:
( ) kondig de toespraak van de herder aan.
( ) duiden op een pauze in de toespraak van de herder.
( ) markeer het begin van de toespraak van de herder.
Vraag 9 – Bepaal het doel van de tekst:
( ) een feit melden.
( ) een debat voorstellen.
( ) een les geven.
Door Denyse Lage Fonseca
Afgestudeerd in Talen en specialist in afstandsonderwijs.
meld deze advertentie