Economen meten rijkdom en armoede op verschillende manieren. De drie meest voorkomende maatstaven zijn inkomen, vermogen (geaccumuleerd vermogen in de vorm van geld, effecten en onroerend goed) en sociaaleconomische maatstaven.
Maatregelen in de laatste categorie gaan verder dan financiële gegevens. Ze omvatten ook toegang tot gezondheid, kwaliteitsvoedsel, kindersterfte, elementaire sanitaire voorzieningen en andere aspecten van het menselijk welzijn.
Bekijk meer
Negende economie ter wereld, Brazilië heeft een minderheid van burgers met...
Witgoed: bekijk welke producten de overheid wil verminderen...
Inkomensongelijkheid is echt het onderliggende probleem van armoede, vooral in ontwikkelde landen. Het verwijst naar inkomensverschillen tussen verschillende groepen individuen en huishoudens in een economie.
Het zijn vaak verschillen in rijkdom waardoor mensen zich rijk of arm voelen. In een ontwikkelingsland is een gezin met stromend water, gezuiverd rioolwater, fatsoenlijk voedsel en kleding, en toegang tot gezondheidszorg en onderwijs behoorlijk bevoorrecht.
In ontwikkelde landen zoals de Verenigde Staten worden echter miljoenen mensen die deze dingen hebben als arm beschouwd. Dit gebeurt omdat deze dingen de essentie van deze landen vormen.
De meest nauwkeurige definitie van armoede is de toestand van iemand die niet beschikt over een gebruikelijke of sociaal aanvaardbare hoeveelheid geld of materiële goederen. De Wereldbank identificeert delen van de wereld waar aanzienlijke delen van de bevolking moeten rondkomen van minder dan 1 dollar per dag.
Dit zijn de armste mensen in de armste regio's van de wereld. Plekken waar voedsel, onderdak, medische zorg en andere benodigdheden gevaarlijk schaars zijn. Armoede komt het meest voor in Afrika bezuiden de Sahara en Zuid-Azië.
In deze regio's leeft meer dan 40% van de bevolking van minder dan 365 dollar per jaar. In totaal bevinden meer dan 1 miljard mensen in de wereld zich in deze situatie.