Naar de fabels, aanwezig in het dagelijkse leven van de kinderen, zijn korte literaire vertellingen. Het hoofddoel is het overbrengen van een boodschap, dit met een puur leerzaam karakter of moraal van het verhaal.
Samenvattend zijn de personages meestal dieren of fictieve objecten. Hun verhalen worden verteld om de kleintjes te vermaken en te onderwijzen, terwijl ze hun ontwikkeling en verbeeldingskracht stimuleren.
A verhaal van "De leeuw en de muis" wordt toegeschreven aan Aesop, in de 6e eeuw voor Christus. C, en leert niet alleen de allerkleinsten, maar ook jongeren en volwassenen dat we, ongeacht onze grootte, elkaar allemaal moeten helpen.
In het bos kwam de zon op met een ongeëvenaarde glans. Een nieuwe dag brak aan voor het dierenrijk. En de dieren, die wakker werden, geeuwden lui en wensten elkaar een slaperige goedemorgen.
'Hoe gaat het, juffrouw Uil?'
– Goed gedaan, meneer Peacock!
'Hebt u goed geslapen, dr. Aap?'
– Als een koning, Gavião!
Maar het was slechts een kwestie van een koning noemen om verwarring te zaaien. Iedereen beeft bij het gebrul van de leeuw.
– God sta me bij! zei de slang.
- Ik zal rennen! zei de olifant.
Iedereen vlucht en het bos loopt leeg in een plank. Ik bedoel... er is er nog maar één over. Het was de muis, afgeleid, die wakker werd op dat uur, hij hoorde dat gebrul niet eens. In de grootste rust merkte hij niet eens dat de Lion King eraan kwam, hongerig, op zoek naar eten. Toen hij hem zag, sprong hij op en greep het diertje vast.
- Wel, kijk! hij riep uit.
- Wat een heerlijke kleine muis!
Pas toen besefte de kleine al het gevaar, en zijn schrik was zo groot dat hij er koude rillingen van kreeg in zijn navel.
- Eet me niet op, Lion King! zei de muis doodsbang.
- Op die manier zal ik zonder kruiden niet lekker smaken!
Maar het beest was al klaar om het op te eten, toen de muis, het arme ding, zijn laatste roep deed.
– Alsjeblieft, ik smeek je, ik leef heel graag. Ik ben een heel jonge muis, het is te vroeg om dood te gaan.
De leeuw krabde aan zijn manen en dacht even na...
- Je hebt gelijk! sprak daarna.
– Je bent erg klein!
- Deze keer eet ik je niet op! Ik geef je nog één kans. Deze maat past me tenslotte niet eens als tussendoortje!
– Dank u, Majesteit! met opluchting, zei de muis.
- Ik zal nog steeds de vriendelijkheid van je daad terugbetalen.
- Deze is echt goed! lachte de Leeuwenkoning.
'Zo'n klein wezen met zulke pretenties!
En terwijl hij de arme muis bespotte, ging hij daar, heel imposant, niet wetende dat hem verderop gevaar wachtte.
Stel je voor dat het beest, terwijl het over een pad liep, plotseling struikelde en in de val liep. De leeuw voelde zich betrapt en was doodsbang. Hij brulde, klauwde, maar het had geen zin.
Het was toen, door veel geluk, of door het werk van het lot, dat onze kleine vriend daar langskwam. Toen hij dat zag, riep hij meteen:
- Maak je geen zorgen, ik zal je redden!
En toen knaagde hij aan het touw en slaagde erin hem te bevrijden.
Degene die deze keer dankbaar was, was de leeuw. Opnieuw was hij vrij en leerde hij een lesje:
Twijfel geen moment van de zwakste en kleinste, want maat is nooit een document geweest en zal dat ook nooit worden.