Katachtigen zijn helemaal niet bedreven in water. Ze hebben een hekel aan baden, omdat ze zichzelf graag schoonmaken. Kleine spatten die op zijn lichaam vallen, rechtvaardigen hem al om op volle snelheid te rennen.
Hoewel het reukvermogen van een kat niet zo gevoelig is als dat van een hond, is het wel sterker dan dat van ons. Ze hebben een hekel aan sterke geuren zoals azijn, benzine en uien, omdat ze deze intenser voelen.
Soms willen ze niet knuffelen of spelen met hun baasjes, dit kan ze gestrest of bang maken, en ze kunnen agressief zijn en krassen of beten veroorzaken.
Katten hebben graag het gevoel dat ze eigenaar zijn van de omgeving waarin ze leven en voelen zich daarom bedreigd wanneer nieuwe geuren en vreemde geluiden verschijnen, wat angst en onzekerheid veroorzaakt.
Het gehoor van katten is veel verder ontwikkeld dan dat van mensen. Om deze reden is hij ongemakkelijk en bang voor harde geluiden zoals sirenes, vuurwerk, haardrogers, geschreeuw, harde muziek, stofzuigers en stormen.
Katten zijn zeer gevoelig voor verandering, omdat ze het gevoel moeten hebben dat ze de leiding hebben over hun leven.
Je hebt vast al gemerkt dat katten zelden met elkaar communiceren door te miauwen.
Voor katachtigen zijn lichaamsgebaren en vooral het uiterlijk het belangrijkste om met anderen van hun soort om te gaan. Ze gebruiken deze kunstgreep, als een vorm van dominantie, als een manier om anderen te intimideren. Daarom kunnen ze zich bedreigd voelen en gewelddadig reageren.
Katten zijn constant bezig met zichzelf te verzorgen, dus ze hebben vooral een hekel aan een vuile of afgelegen omgeving wanneer rotzooi en vuil elkaar ontmoeten in zijn ruimte, zoals zijn bed, kattenbak en voedselcontainers en water.
Als je ooit hebt geprobeerd een kat medicijnen te geven, weet je al hoe moeilijk deze taak is, omdat het een echte marteling is voor katten.
Het komt vaak voor dat huisdieren de stof afwijzen (u kunt kwijlen zodat u de siroop niet doorslikt), de pil verdrijven of gewoon weigeren te slikken.