Materie is het basiselement van alle atomen, moleculen, planeten en het heelal zelf. Er wordt aangenomen dat het 14 miljard jaar geleden is ontstaan met de Big Bang-explosie. In de loop van de tijd verschenen er sterrenstelsels, planeten en sterren uit alle uithoeken van het universum. Nu zijn wetenschappers erin geslaagd om een kaart van materie te maken in de Universum, waardoor verschillende onderzoeken de geschiedenis en het ontstaan ervan kunnen begrijpen.
Bekijk meer
MCTI kondigt de opening aan van 814 vacatures voor de volgende portfoliowedstrijd
Het einde van alles: wetenschappers bevestigen de datum waarop de zon zal exploderen en...
Onderzoekers van de Universiteit van Chicago en het Fermi National Accelerator Laboratory (Fermilab) hebben een van de meest nauwkeurige metingen van materie in het heelal vrijgegeven. Ze waren in staat om de verdeling van materie in het heelal te meten om te proberen de krachten te begrijpen die de evolutie ervan moduleerden.
Gecombineerde gegevens van twee telescopen
Het team van wetenschappers combineerde gegevens van twee laboratoria, het Dark Matter Observatory en het Telescoop van de Zuidpool. Deze telescopen zoeken naar sporen van straling die vanaf het allereerste begin door het universum hebben gereisd. Het team telt meer dan 150 onderzoekers, die hun resultaten publiceerden in het wetenschappelijke tijdschrift Physical Review D.
Ze ontdekten dat materie niet zo geconcentreerd is als verwacht. Dit was te verwachten omdat er volgens de oerknaltheorie, waarin alle materie in het heelal was gecondenseerd tot een enkel punt met oneindige dichtheid en hoge temperaturen, een explosie was. Deze explosie veroorzaakte de opkomst van fundamentele deeltjes, zoals proton, neutron en elektron, waarna de eerste atomen verschenen.
Maar wetenschappers hebben waargenomen dat de materie niet zo geconcentreerd is, wat aangeeft dat er gebreken zijn of een ontbrekende factor in de evolutietheorie van het heelal.
manier van materie
Wetenschappers proberen de weg na te bootsen die de materie sinds haar ontstaan heeft afgelegd. Een van de leiders van de studie zegt dat het gebruik van gegevens van twee verschillende telescopen dient als een kruiscontrole van de waarheidsgetrouwheid van de uitgevoerde metingen. Hiervoor evalueerden ze zwaartekrachtlenzen en de afbuiging van licht bij het passeren van objecten met veel zwaartekracht, zoals sterrenstelsels. Met deze analyse konden ze afleiden waar deze materie in het heelal terechtkwam.