Een nieuwe studie gerelateerd aan afname van de dierenpopulatie presenteert alarmerende gegevens. Het werd uitgevoerd door wetenschappers van Queen’s University Belfast, in het Verenigd Koninkrijk, en de Tsjechische Universiteit voor Levenswetenschappen.
Naast de zorgwekkende ontdekking gebruikten de betrokken onderzoekers de ruimte ook om kritiek te uiten op de statistieken van de Unie voor het behoud van de natuur (IUCN), verantwoordelijk voor het bepalen of een soort al dan niet met uitsterven wordt bedreigd.
Bekijk meer
Startup uit Noorwegen innoveert door woestijnzand om te zetten in vuil…
Australisch moeras 'plotseling' kleurt felroze...
De nieuwe studie richt zich op het ontdekken van de mate van achteruitgang van het aantal dierlijke individuen in de fauna, waarbij informatie uit het Antropoceen wordt onderzocht. Met andere woorden, het evalueert de populatiehoeveelheid dieren tijdens het meest recente tijdperk in de geschiedenis van Aarde.
Het onderzoek werd gepubliceerd in het tijdschrift Biological Reviews en om het uit te voeren werden 70.000 soorten fauna geanalyseerd.
Concluderend zijn er alarmerende gegevens vrijgegeven waaruit blijkt dat 48% van deze soorten een grote populatiedaling kent. Aan de andere kant registreerde slechts 3% van hen een bevolkingstoename.
(Afbeelding: openbaarmaking)
Voor Catherine Finn, promovenda aan de Queen’s University Belfast en een van de auteurs van het onderzoek, is er nog een uiterst belangrijke factor.
Door gebruik te maken van de traditionele IUCN-methode zouden veel van de onderzochte dieren niet met uitsterven bedreigd worden, ook al blijkt uit hun onderzoek dat hun aantal is afgenomen.
Het onderzoek dat wordt uitgevoerd om de populatieafname van diersoorten te meten, maakt gebruik van de ruimte om de traditionele IUCN-metrieken te bekritiseren, zoals hierboven vermeld.
Op dit moment hanteert de Unie het concept van “bedreigde natuurbehoudscategorieën” en schat dat ongeveer 28% van de dieren momenteel met uitsterven wordt bedreigd.
Het onderzoek van universiteiten houdt rekening met wat zij ‘bevolkingstrends’ noemen. Om tot een conclusie over de uitstervingsdreiging te komen, onderzoeken ze of het aantal individuen van een soort toeneemt, afneemt of stabiel blijft.
Op deze manier wordt een ernstig verschil tussen de methoden vastgesteld, een feit dat tot verdeeldheid tussen de bovengenoemde instituties heeft geleid.