Portugese activiteit, gericht op leerlingen van de negende klas, over de aanwijzende voornaamwoorden. Hoe zit het met het bestuderen van hen door middel van de tekst met het thema "kissing your hand"? Weet je wat dit is? Dit is heel gebruikelijk in Empire-tijden! Heb je die nieuwsgierigheid geschilderd? Lees dus de tekst en beantwoord daarna de voorgestelde vragen!
Deze Portugese taalactiviteit is beschikbaar om te downloaden in een bewerkbare Word-sjabloon, klaar om af te drukken in PDF en ook de voltooide activiteit.
Download deze Portugese oefening op:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
Lezen:
Hier in de buurt, tijdens het keizerrijk, waren er enkele gelegenheden waarbij edelen en gewone mensen dezelfde ruimte deelden, zoals in het geval van missen, processies en kussende handen. Kushand?? Dat klopt... In het verleden, in sommige rechtbanken, was het gebruikelijk een ritueel waarbij mensen, ze hadden titels van... adel of niet, ze namen deel aan ceremonies waarbij de rechterhand van koningen werd gekust, als teken van eerbied. Portugal was het laatste land dat deze praktijk afschafte en, zelfs in onbruik, besloot Dom João VI het hier, in tropische landen, te introduceren.
Het gebeurde als volgt: elke avond, rond 20.00 uur, kwam de hele rechtbank bijeen om die plechtigheid te eren. Op het geluid van de hofmusical gingen de deuren van de ceremoniële zaal open en bogen de onderdanen ten aanzien van de troon. Nadat hij neerknielde, kuste de proefpersoon de hand van D. John VI en die van andere leden van de koninklijke familie. […]
Beschikbaar in:
Vraag 1 - Identificeer de zin die een aanwijzend voornaamwoord bevat. Merk het dan op:
( ) “Vroeger was in sommige rechtbanken een ritueel gebruikelijk […]”
( ) “Portugal was het laatste land dat deze praktijk afschafte […]”
( ) “[…] de proefpersoon kuste D. John VI en die van andere leden van de koninklijke familie.
Vraag 2 - In het fragment "Dat zelfs…”, onderstreepte het aanwijzend voornaamwoord:
( ) kondigt een term aan.
( ) vult een term aan.
( ) hervat een termijn.
Vraag 3 - In de tweede alinea heeft het aanwijzend voornaamwoord "dat" als referentie:
( ) "knippen"
( ) "plechtigheid"
( ) “hofmuziekband”
Vraag 4 – De term "hetzelfde" is een aanwijzend voornaamwoord in de passage:
( ) “[…] sommige gelegenheden waarbij edelen en gewone mensen dezelfde ruimte deelden […]”
( ) “Portugal was het laatste land dat deze praktijk afschafte en, zelfs in onbruik […]”
vraag 5 – In het gebed “Er zijn er maar weinig die over de kussende hand hebben gelezen!”, is “hen”:
( ) aanwijzend voornaamwoord
( ) schuin persoonlijk voornaamwoord
( ) bepaald lidwoord
Door Denyse Lage Fonseca – Afgestudeerd in Talen en specialist in afstandsonderwijs.
Bij antwoorden staan in de link boven de kop.
meld deze advertentie