Rekenactiviteit, gericht op leerlingen in het derde of vierde leerjaar van de lagere school, die problemen hebben met eenvoudige berekeningen.
Deze wiskundige activiteit kan worden gedownload als een bewerkbare Word-sjabloon, klaar om af te drukken naar PDF en ook de voltooide activiteit.
Download deze rekenoefening van:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
1) Adriana kocht een kinderwagen voor haar kind in een speelgoedwinkel en betaalde met de onderstaande notities:
Hoeveel heeft Adriana uitgegeven om deze genegenheid te kopen?
(A) BRL 32,00
(B) BRL 34,00
(C) BRL 24.00
(D) BRL 44,00
2) Américo noteerde in een tabel zijn uitgaven (in reais) met telefoon- en elektriciteitsrekeningen in de eerste zes maanden van het jaar.
a) In welke maand waren de totale uitgaven op de twee rekeningen hoger?
(Mogen
(B) juni
(C) april
(D) januari
b) In welke maand waren de kosten lager?
(A) januari
(B) februari
(C) april
(D) maart
3) Op een wiskundetest berekende Raquel de onderstaande vermenigvuldiging:
Welk antwoord vond Rachel?
(EEN) 15 550
(B) 14 750
(C) 17 750
(D) 16 650
4) De 4e klas C leerlingen van Escola Manoel gingen een veldklas volgen. De bus die de klas nam had de capaciteit om 44 passagiers te vervoeren en de klas had slechts 38 studenten. Als je bedenkt dat alle studenten naar de veldklas gingen, hoeveel stoelen waren er dan nog vrij in deze bus?
(A) 6
(B) 7
(C)8
(D) 10
5) Alex deelde 45 kaarten gelijk met zijn 9 vrienden, en hield er geen van. Hoeveel stickers had elke vriend van Alex?
(A) 5
(B) 7
(C) 4
(D) 8
Door Rosiane Fernandes Silva - Afgestudeerd in literatuur en pedagogiek - postdoctoraal in het speciaal onderwijs.
Bij antwoorden staan in de link boven de kop.
meld deze advertentie