Wiskundeactiviteit, gericht op leerlingen in het tweede of derde jaar van de basisschool, met eenvoudige rekenproblemen.
Deze wiskundige activiteit kan worden gedownload als een bewerkbare Word-sjabloon, klaar om af te drukken naar PDF en ook de voltooide activiteit.
Download deze rekenoefening van:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
1) IN EEN GROEP ZIJN ER 10 KINDEREN. IN EEN ANDER ZIJN ER 8. HOEVEEL KINDEREN ZIJN ER IN DE TWEE GROEPEN?
EEN:
2) ER ZIJN 5 BIJEN BIJ DE BIJENKORF EN 15 BIJEN BIJ DE HONINGPOT. HOEVEEL BIJEN ZIJN IN TOTAAL?
EEN:
3) BEATRIZ HEEFT 5 COMICS EN JOAQUIM HEEFT 4 COMICS. HOEVEEL ZIJN ER TOTAAL?
EEN:
4) ALICE HEEFT 10 GUM-KOGELS EN WON 6 MEER HOEVEEL GOMBULLETS HAD ALICE?
EEN:
5) OP DE VERJAARDAG VAN DE TWEELING ELENA EN ELIZA VERDIENEN ELK 10 REAIS VAN DE GROOTMOEDER. HOEVEEL HEBBEN DE TWEE ZUSSEN SAMEN?
EEN:
6) ADRIANA HEEFT 30 KLEURPOTLODEN EN MIGUEL HEEFT 20. HOEVEEL POTLODEN HEEFT ADRIANA MEER DAN MIGUEL?
EEN:
7) ANGELICA VERKOCHT 34 AARDBEIENIJS EN 23 MANDARIJN. HOEVEEL IJSJES VERKOCHT ANGELICA TOTAAL?
EEN:
8) ANDRÉ LEES ZATERDAG 12 PAGINA'S VAN EEN BOEK. DE VOLGENDE DAG LEES HIJ MEER 37 PAGINA'S. IN TOTAAL, HOEVEEL PAGINA'S LEES ANDRÉ IN DEZE TWEE DAGEN?
EEN:
Door Rosiane Fernandes Silva
Bij antwoorden staan in de link boven de kop.
meld deze advertentie