Tekstinterpretatieactiviteit gericht op derdejaars basisschoolleerlingen.
U kunt de activiteit begrijpend lezen downloaden in Word (sjabloon dat kan worden bewerkt), PDF (klaar om af te drukken) en ook de voltooide activiteit.
Download deze tekstinterpretatieoefening op:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
Het was een heel kleine ster, hij leefde verloren, daar aan de hemel, aan het begin van sterrenstelsels vol sterren. Op een dag werd de kleine ster heel verdrietig wakker, kijkend naar de zon, en bleef daar met haar gedachten in de hoofdrol.
– Wat heb ik aan mijn glans? Ik ben zo klein, er schijnen zoveel mooie sterren aan de hemel. Zie de morgenster, de drie Maria's, allemaal belangrijke sterren. Als ze plotseling uit de lucht verdwijnen, zal iedereen zich zorgen maken. Ik doe niet. Niemand weet dat ik besta, ik denk dat ik stop met stralen.
En elke dag straalde minder. Het leek wel een vuurvliegje in het bos. Ik lette niet meer op zonsopgang en zonsondergang. Hij gaf niet om de fasen van de maan, het maakte niet uit of het een volle maan, een nieuwe maan, een kwart maan of een afnemende was.
Ze wilde gewoon in het oneindige slapen. Tot op een dag de zon die goed voor de sterren zorgt, bezorgd werd over de zwakte van haar helderheid en een van haar stralen stuurde om met haar te praten.
De bliksem was lange tijd stil.
Toen zei hij lachend:
– Hoe zou de hemel eruit zien als alle kleine sterren zo dachten? De helderheid van de hemel hangt af van de som van alle kleine sterren. Alle zijn belangrijk. Er kan geen licht uit de lucht komen. Het lot van de ster is om te schitteren!!!
De zonnestraal was verdwenen en die nacht, toen de duisternis viel, keek de kleine ster naar de lucht en zag al haar kleine zusjes schijnen, een enorm tapijt van licht vormend. En glimlachend zei hij bescheiden:
– Ik zal weer stralen, mijn zusters.
En de kleine ster scheen en zelfs vandaag schijnt hij klein, gelukkig in de onmetelijkheid van de donkere hemel.
1. Wat is de titel van de tekst?
R.:
2. Wie zijn de personages in de tekst?
R.:
3. Waar vindt het verhaal plaats?
R.:
4. Uit hoeveel alinea's bestaat de tekst?
R.:
5. Waarom was de kleine ster verdrietig?
R.:
6. Waarom stuurde de zon een straal om met de kleine ster te praten?
R.:
7. Wat zei de bliksem tegen de kleine ster?
R.:
8. Wat besloot ze te doen toen de kleine ster haar zusjes zag stralen?
R.:
Voor TOEGANG:
Bij antwoorden staan in de link boven de kop.