Rekenactiviteit over probleemsituaties, gericht op leerlingen van het derde of vierde leerjaar van de basisschool.
U kunt deze wiskundige activiteit downloaden in een bewerkbare Word-sjabloon, klaar om af te drukken in PDF, evenals de voltooide activiteit.
Download deze activiteit van:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
1) Amália kocht 80 flessen frisdrank voor het feest, uiteindelijk waren er nog 17 over. Hoeveel frisdranken werden er gedronken?
EEN:
Berekenen:
2) Het voetbalteam kocht 4 dozen met 2 dozijn flessen water per doos. Hoeveel flessen water zijn er in totaal gekocht?
EEN:
Berekenen:
3) Eén bedrijf verdeelde 2.250 apparaten gelijkelijk te verkopen door 6 werknemers. Hoeveel apparaten heeft elke verkoper gekregen?
EEN:
Berekenen:
4) Tuca maakte 250 snoepjes voor João's verjaardag, aan het einde van het feest waren er nog 71 snoepjes over. Hoeveel snoepjes werden er tijdens het feest genuttigd?
EEN:
Berekenen:
5) Aníbal kocht 43 speelgoedolifanten om met Scipio te spelen, hij betaalde R$ 129,00. Hoeveel betaalde Hannibal voor elke kleine olifant?
EEN:
Berekenen:
Voor TOEGANG:
Bij antwoorden staan in de link boven de kop.
meld deze advertentie