Bij Kinderspel en dynamiek van groeps- tot voorschoolse educatie, veel meer dan alleen een spel om de tijd te doden en plezier te hebben, ze hebben een grote waarde als educatief instrument en kan een werkinstrument zijn voor het leerproces en aan het leren.
Groepsdynamiek omvat kinderen, die de ervaring van collectief werk, vereniging en vorming van een groep bieden.
Voor zowel kinderen als volwassenen moet de dynamiek aansluiten bij de beoogde educatieve strategieën en niet klakkeloos of alleen als hobby worden gebruikt. Hieronder ziet u een aantal voorbeelden van: Groepsspelen en dynamiek voor kinderen, uitchecken:
Zie ook: Het belang van spelletjes en spelletjes voor kinderen.
1 – BLINDE KAT EN KAT
LEEFTIJD: 7 jaar oud
Specifieke doelstellingen: horen, aandacht
MATERIAAL: Sjaals
LOCATIE: Kamer, binnenplaats, patio
Vorming: cirkels
Organisatie: leerlingen in cirkels die met twee naar het midden gaan; de een zal de hond zijn en de ander de kat. verzegel beide ogen
Uitvoering: elke keer dat de hond blaft, zal de kat miauwen en zal de hond proberen hem te vangen. Als het je lukt, gaan anderen naar het centrum.
2 – WAT IS HET PARFUM?
LEEFTIJD: vanaf 9 jaar
GESLACHT: Beide
Specifieke doelstellingen: het reukvermogen ontwikkelen
MATERIAAL: Fruit, parfums, lotions, enz.
Vorming: cirkels
Organisatie: leerlingen in cirkels, één gaat geblinddoekt naar het midden
Uitvoering: de docent geeft de leerlingen in het centrum iets om aan het parfum te ruiken en zegt: – je zult onder andere deze geur moeten herkennen die ik je ga geven. Dan krijg je andere dingen (fruit, bleekmiddel, enz.). Dit zou moeten identificeren wanneer ze je iets laten ruiken dat dezelfde geur heeft als de eerste.
3 – BLINDEN AANRAKEN
LEEFTIJD: Alles
Specifieke doelstellingen: Ontwikkelingsperspectief
LOCATIE: Open lucht, lounge
Vorming: cirkel
Organisatie: Studenten zitten in een kring. In het midden een geblinddoekte collega
Uitvoering: Een medelid van de kring staat op, raakt het blinde mannetje aan en gaat weer zitten. Uit de gemaakte bewegingen zal de blinde proberen te raden wie hem heeft aangeraakt.
4 – MET WIE ZAL DE BAL ZIJN?
LEEFTIJD: 9 jaar oud
Specifieke doelstellingen: aandacht, inzicht
MATERIAAL: Bal
LOCATIE: terras, gazon
Vorming: cirkel
Organisatie: Studenten in een kring, benen gekruist, één student zit geblinddoekt in het midden.
Uitvoering: teamgenoten geven de bal onderling door en op het teken van de leraar leggen ze hun handen achter zich om de bal te verbergen. De student in het midden opent zijn ogen en wijst degene aan die denkt dat hij de bal heeft. Als je een fout maakt, herhaal het spel dan.
5 – MAGISCHE FLES
LEEFTIJD: vanaf 8 jaar
Specifieke doelstellingen: verbeeldingskracht ontwikkelen
MATERIAAL: Een fles
LOCATIE: Kamer, terras
Vorming: cirkel
Organisatie: leerlingen in een kring, de leraar in het midden.
Uitvoering: de leraar draait de fles op de grond en als hij stopt, wijst hij naar een leerling. De student moet naar het centrum gaan en een taak uitvoeren die door de klas of leraar is bepaald.
6 – EET DE APPEL
LEEFTIJD: vanaf 9 jaar
Specifieke doelstellingen: emotionele controle
MATERIAAL: Appel
LOCATIE: Hof, binnenplaats
Vorming: rangen
Organisatie: in rijen, met appels ervoor
Uitvoering: probeer op het signaal de bijbehorende appel te bijten, zonder hem vast te houden, binnen een bepaalde tijd. De rij met het hoogste aantal punten per hap, of degene die het eerst in de appel bijt, of degene die het eerst in de appel bijt, wint.
7 – DE HOND EN HET BEEN
LEEFTIJD: 7 jaar oud
Specifieke doelstellingen: Aandacht, luisteren
MATERIAAL: Elk object
LOCATIE: terras, gazon
Vorming: cirkel
Organisatie: studenten in kringen. Eén zit in het midden met geblinddoekte ogen, dat zal de hond zijn. Bij jou in de buurt zal een object "het bot" zijn
Uitvoering: gegeven het signaal wijst de docent één van de leerlingen in de kring aan die voorzichtig zal proberen het bot op te rapen. Als de hond het geluid waarneemt, blaft hij en wijst hij de kant van het geluid aan. Bij het bepalen van de richting wijst de docent een andere leerling aan. Als er een slaagt en niet wordt geraden, neem dan de verkoop en probeer te raden.
8 – DE MICO
LEEFTIJD: vanaf 7 jaar
Specifieke doelstellingen: Aandacht, behendigheid
MATERIAAL: Ballen
LOCATIE: Hof, gazon, terras
Vorming: cirkel
Organisatie: in een kring, met twee leerlingen tegenover elkaar, in balbezit. Eén bal wordt aangeduid als "MICO".
Uitvoering: bij het startsignaal geven de leerlingen die de bal hebben de bal door aan hun partner links, die snel hetzelfde doet enzovoort. De ballen worden gepasseerd, het doel is om de ene bal de andere te laten bereiken, dat wil zeggen dat de "wang" wordt opgevangen en iedereen voorkomt dat dit in zijn handen gebeurt. Degene die de bal laat vallen, moet deze alleen ophalen en terugkeren naar zijn plaats om hem opnieuw te spelen. Elke keer dat de tamarin wordt gevangen, wordt het spel onderbroken en blijft de leerling die het toestaat in het midden totdat hij wordt vervangen.
9 – SNAP
Specifieke doelstellingen: Motorische coördinatie, ritme, aandacht
LOCATIE: Buiten en woonkamer
Vorming: cirkel
Organisatie: achtereenvolgens genummerde leerlingen vormen een cirkel in de “zittende” positie. Iedereen begint het spel door twee keer te tikken en één keer met de vingers te knippen op hun rechter- en linkerhand.
Uitvoering: een leerling, door met de vingers van de rechterhand te knippen, zegt zijn nummer en door met de linkerhand te klikken, roept hij een overeenkomstig nummer naar een partner. Degene die wordt gebeld zal het spel voortzetten door zijn nummer te zeggen en een ander te bellen. Wie een fout maakt en het nummer belt dat al vertrokken is, gaat ook weg.
10 – VLIEGT OLIFANT?
LEEFTIJD: 7 jaar oud
Specifieke doelstellingen: aandacht
LOCATIE: Kamer, binnenplaats
Vorming: cirkel
Organisatie: studenten in kring
Uitvoering: de leraar vraagt of bepaalde dieren vliegen. Als ze vliegen, moeten leerlingen reageren: vliegen en gebaren maken met hun armen. Bijv.: Kippenvlieg? Vogel vliegt? Olifant vliegen? De student die een fout maakt, betaalt aan het einde een geschenk.
11 – POM SPEL
LEEFTIJD: Alles
Specifieke doelstellingen: Aandacht en snelle reactie
LOCATIE: Buiten en woonkamer
Vorming: cirkels
Organisatie: leerlingen in cirkels in een zittende positie
Uitvoering: leerlingen die achtereenvolgens nummeren, maar die bij nummer 7 aankomen, moeten zeggen: PUM, vervangen. De student die de tijd neemt om te spreken of het nummer niet vervangt door Pum, verlaat het spel elke keer dat hij een fout maakt. Het spel wordt hernummerd door de leerling die rechts van je staat.
12 – ONTDEK WAT ER VERANDERD IS
LEEFTIJD: Alles
Specifieke doelstellingen: geheugen, scherpzinnigheid, observatie
LOCATIE: Buiten en woonkamer
Vorming: cirkels
Organisatie: een student wordt verzocht de site te verlaten en er worden enkele wijzigingen aangebracht.
Uitvoering: wanneer de student terugkeert, begint de groep te tellen, waarbij de intensiteit van het gezang wordt verhoogd of verlaagd naarmate het nadert of zich verwijdert van wat is veranderd.
13 – ER IS DE GANS
LEEFTIJD: vanaf 7 jaar
Specifieke doelstellingen: Ontwikkelen van de zintuigen, geheugen
LOCATIE: Binnenplaats en binnenplaats
Vorming: rij
Uitvoering: de eerste keert zich naar de volgende en zegt: "Hier gaat de gans". De tweede zal zeggen: "Welke gans?" Waarop de eerste reageert: “De gans”. De tweede zegt: … ah… de gans. De vraag wordt herhaald enzovoort. Zo loopt alle rangen.
14 – CITROENSPEL
LEEFTIJD: vanaf 6 jaar
Specifieke doelstellingen: ritme, aandacht
MATERIAAL: Citroen
LOCATIE: Hof, patio, woonkamer, gazon
Vorming: cirkel
Organisatie: studenten zitten in een kring, met een citroen in de hand
Uitvoering: De leerlingen beginnen het spel door te zingen: Mijn citroen, mijn citroen... en tegelijkertijd de citroen door te geven aan hun klasgenoten. Aan het einde van het nummer wordt de leerling die in het bezit is van de citroen uitgeschakeld.
15 – GEHEUGENSPEL
LEEFTIJD: Alles
Specifieke doelstellingen: geheugen, aanraking
MATERIAAL: Potloden, nietjes, munten, krijt, enz.
Vorming: staan, een cirkel vormen, handen achter
Uitvoering: De entertainer overhandigt een leerling het ene object na het andere om door te geven. Nadat alle voorwerpen zijn doorgegeven, gaat iedereen zitten en schrijft snel de naam van de voorwerpen die door hun handen gaan. De winnaar is degene die de meeste namen van de objecten in een bepaalde tijd schrijft.
16 – GOEDE MORGEN
LEEFTIJD: vanaf 7 jaar
GESLACHT: Beide
Specifieke doelstellingen: Educatie van de zintuigen
MATERIAAL: Sjaal
LOCATIE: Hof of patio
Vorming: cirkels
Organisatie: Studenten staan in een kring. Een in het midden geblinddoekt.
Uitvoering: de leerlingen in de kring lopen en zeggen, als iemand wordt aangewezen,: Goedemorgen! Als de blinde leerling de stem van de klasgenoot herkent, zal hij/zij met deze van plaats wisselen.
17 – CIRKELS VERBINDEN
LEEFTIJD: beide
Specifieke doelstellingen: Snelle reactie en aandacht
MATERIAAL: Platen, cassettespeler
LOCATIE: Buiten en lounge
Vorming: in staande cirkels
Uitvoering: de klas beweegt op het geluid van de muziek. Wanneer dit stopt, moeten ze groepen van 5 of 3 vormen, vooraf bepaald. De overgeblevenen zitten gevangen in de cirkel. Het eindigt wanneer er nog maar één gevangene in de cirkel blijft.
18 – ACHTER DE BAL
LEEFTIJD: Alles
Specifieke doelstellingen: sluwheid, snelheid, behendigheid
MATERIAAL: Ballen
LOCATIE: Buiten
Formatie: twee kolommen in fundamentele positie. De eerste van elk team met een bal.
Uitvoering: De eerste in elke kolom gooit de bal zo ver mogelijk in het vuur. Als dit gedaan is, moet iedereen rennen om de kolom achter de bal te hervormen die door de andere kolom wordt gegooid. De kolom die het eerst hervormt, zal winnen.
19 – LOPEN IN CIRCUIT
LEEFTIJD: 9 jaar oud
Specifieke doelstellingen: Sportinitiatie (hand en basketbal)
MATERIAAL: Bal
LOCATIE: Hof
Vorming: rangen
Organisatie: 2 rijen tegenover elkaar vormen 2 teams A en B. Eerste leerling in elke rij met een bal.
Uitvoering: Bij het signaal rent de leerling in balbezit naar degene aan de andere kant van de rij. Op dit moment zijn er uitwisselingen van plaatsen. De eerste blijft als laatste en laat de bal naar de andere overgaan. Wanneer de 1e arriveert, is hij de laatste en begint de bal naar de andere te spelen. Wanneer het 1e, 1e balbezit arriveert. Wie het eerst de taak uitvoert, wint.
20 – PAS PAS
LEEFTIJD: 10 jaar oud
GESLACHT: Beide
Specifieke doelstellingen: Passie voor de bal, behendigheid, sportinitiatie (handbal en basketbal)
MATERIAAL: Ballen, strikken
LOCATIE: Hof, terras, gazon
Vorming: rijen (studenten in afgebakende cirkels of binnen bogen)
Organisatie: 2 rijen tegenover elkaar, gescheiden door een bepaalde afstand, vormen 2 teams A en B. Twee studenten van elk team worden toegewezen om een plaats in te nemen, een beetje weg van de uiteinden, in het centrale gevecht dat de rangen scheidt.
Uitvoering: op het sein geeft leerling nummer 1 van elk team de bal door naar nummer 2 en deze naar 3; 3 tot 4… De laatste die de bal heeft, zal richting #1 rennen. op dit moment wisselen de anderen van plaats en de laatste neemt de 1e plaats in. De oefening wordt hervat, totdat de startpositie is bereikt. FOUTEN: uw plaats verlaten bij het passen of ontvangen van de bal, de bal laten vallen, uw plaats verlaten voordat de buurman de uwe verlaat.
21 – NEEM 5 STAPPEN EN REN WEG
LEEFTIJD: 7 jaar oud
GESLACHT: Beide
Specifieke doelstellingen: Oriënteren in de ruimte in relatie tot objecten en mensen
LOCATIE: Hof, binnenplaats
Formatie: groepen van 3
Organisatie: drie studenten zittend: 1 voortvluchtige en 2 catchers
Uitvoering: de voortvluchtige zal opstaan, 5 stappen nemen en rennen, achtervolgd door anderen die hem zullen proberen aan te raken. Door de achtervolgde aan te raken, gaan de 3 zitten en hervatten de activiteit door van rol te wisselen.
22 – JACO EN RACHEL
LEEFTIJD: vanaf 9 jaar
Specifieke doelstellingen: Oriëntatiezin, moed, gehoorscherpte
MATERIAAL: Sjaal, bel
LOCATIE: Kamer, binnenplaats
Vorming: cirkel
Organisatie: Studenten in een kring, hand in hand om de ruimte te beperken waar 2 metgezellen zullen rennen. Jacob met geblinddoekte ogen en Rachel met een belletje.
Uitvoering: bij het startsignaal zal Raquel met het rinkelen van de bel de cirkel binnen rennen. Jacob (zal opstaan) zal proberen haar te vangen. Wanneer betrapt, kiezen de twee vervangingen.
23 – JAGERBAL
LEEFTIJD: 7 tot 9 jaar oud
GESLACHT: Beide
Specifieke doelstellingen: Motoriek, snelheid, aandacht
MATERIAAL: Bal
LOCATIE: Hof
Opleiding: gratis
Organisatie: vrij op het veld, een student in balbezit zal de jager gaan jagen en beginnen te jagen op zoek naar de bal met een collega. Wat wordt gevangen is de jachthond en zal de jager helpen door pasjes uit te wisselen om dichter bij de jacht te komen. Het spel gaat door totdat iedereen is opgejaagd.
24 – RELAIS
LEEFTIJD: Alles
Specifieke doelstellingen: snelheid
MATERIAAL: 25m lange paal
LOCATIE: Buiten
Vorming: kolommen
Organisatie: 2 kolommen tegenover elkaar ongeveer 10 van elkaar, waarbij de eerste student een stok vasthoudt.
Uitvoering: op het signaal zullen ze rennen, in cirkels rond het veld beschrijvend wanneer ze hun kolom bereiken, zullen ze het stokje doorgeven aan hun partner enzovoort. De kolom die de oefening als eerste voltooit, wint.
Let op: studenten kunnen eerst hetzelfde doen in stevig wandelen.
25 – LOOP JE BEER
LEEFTIJD: 7 tot 9 jaar oud
Specifieke doelstellingen: Aandacht, snelheid, behendigheid
LOCATIE: Hof
Formatie: rijen voor op een rij op 10 meter, de voorkant moet een andere student zijn met haar rug, het wordt de "beer".
Uitvoering: De leerlingen in de rij roepen "rennen, jij beer". De beer zal zijn plaats verlaten en achter jou (zijn collega's) aan gaan. Deze zullen echter proberen naar de kant te rennen waar de beer was, zonder gepakt te worden. Degenen die de beer vangt, zijn de teddyberen die de beer zullen helpen vangen.
26 – BAL NAAR HET CENTRUM
LEEFTIJD: vanaf 8 jaar
Specifieke doelstellingen: Behendigheid, behendigheid, reflex
MATERIAAL: Bal
LOCATIE: Hof, gazon
Vorming: 2 concentrische cirkels
Organisatie: studenten in de middencirkel zijn #1 en buitenstaanders #2. een bal in het midden
Uitvoering: op het signaal zullen de nummers 2 in een cirkel rennen, en wanneer ze hun paar bereiken, passeren ze tussen de benen van hun partner en proberen de bal te vangen. Degene die je krijgt krijgt 5 punten en wisselt van plaats.
27 – BAL NAAR DE 4 HOEKEN
LEEFTIJD: 7 tot 9 jaar oud
Specifieke doelstellingen: Motoriek, teamgeest, reflex
MATERIAAL: Tennisbal - bij voorkeur
LOCATIE: Hof
Vorming: 2 kolommen
Organisatie: 2 studenten van elk team in de hoeken van het veld
Uitvoering: op het signaal begint de leraar vanuit het midden van het veld en gooit de bal in de lucht; opent twee tegenstanders. Ze wisselen passen uit tussen hun teamgenoten die verspreid over het veld staan. Elke keer dat de bal de handen van je teamgenoten bereikt, tel je punten.
28 – DANS VAN DE STOELEN
LEEFTIJD: Alles
Specifieke doelstellingen: Aandacht, behendigheid
MATERIAAL: Stoel, cassettespeler
LOCATIE: Buiten, lounge
Vorming: stoelen in rijen in paren, rug aan rug
Organisatie: het aantal stoelen zal kleiner zijn dan het aantal deelnemers
Uitvoering: op het geluid van muziek lopen de leerlingen om de stoelen heen. Als dit stopt, zal iedereen proberen te gaan zitten. Wat er nog over is, komt eruit en er wordt een stoel verwijderd. De laatste die zit, wint.
29 – KROKET
LEEFTIJD: vanaf 8 jaar
Specifieke doelstellingen: Behendigheid, behendigheid, aandacht
LOCATIE: Hof, gazon
Vorming: 2 kolommen
Organisatie: twee kolommen tegenover elkaar aan de uiteinden van het veld zijnde team A en B. tussen de kolommen zullen er 8 studenten zijn met grote zijafstand.
Uitvoering: op het signaal moet de 1e leerling van elk team tussen de benen van de partner passeren en een zigzag beschrijven. Ze zullen de kolom retourneren en het volgende achterlaten. Het team dat de taak als eerste voltooit, wint.
30 – DRIEVOUDIGE VERANDERING
LEEFTIJD: vanaf 7 jaar
Specifieke doelstellingen: Balans, behendigheid en reflex
LOCATIE: Hof
Vorming: cirkel
Organisatie: Studenten genummerd van 3 bij 3, één staat alleen in het midden van de cirkel.
Uitvoering: op het sein staat een van de drie nummers (1, 2, 3) en alle leerlingen die bij het gebelde nummer horen, moeten snel van elkaar wisselen. De student in het centrum moet tijdens deze verhuizing een van de stoelen bezetten. Wie niet ter plaatse komt, vertrekt en gaat naar het centrum.
31 – VOETBAL MET DE HANDEN
LEEFTIJD: 10 jaar oud
GESLACHT: Beide
Specifieke doelstellingen: Verbetering van het armwerk en het kernwerk van het koetswerk - respecteer regels en wetten
MATERIAAL: Bal
LOCATIE: Hof
Opstelling: gratis - 2 teams
Organisatie: gratis – de leraar in het centrum doet het, bal hoog.
Uitvoering: elk team zoekt alleen naar aanraken, scoren. Ze kunnen niet grijpen of rijden. Het spel zal altijd zijn met de romp gebogen. Het team dat de meeste doelpunten maakt, wint.
32 – KOLOM RUN
LEEFTIJD: vanaf 7 jaar
Specifieke doelstellingen: vermogen om in een groep te rennen, behendigheid, snelheid
LOCATIE: Hof, binnenplaats
Vorming: kolommen
Organisatie: 2 kolommen voor een startlijn, zittend
Uitvoering: bij het signaal “reeds” rennen de leerlingen naar een bepaalde plaats. De laatste wordt op 4 steunen geplaatst en de anderen komen er weer overheen springend. De kolom die als eerste in de startpositie in stilte zit, is de winnaar.
33 – VANG DE SJAAL
LEEFTIJD: vanaf 7 jaar
Specifieke doelstellingen: Behendigheid, behendigheid
MATERIAAL: Sjaal
LOCATIE: Hof
Vorming: rangen
Organisatie: twee rijen genummerd tegenover elkaar, gescheiden door ongeveer 10 meter
Uitvoering: de docent belt een nummer. Studenten die overeenkomen met het gebelde nummer moeten naar het centrum rennen en proberen de zakdoek mee te nemen. Als de tegenstander je niet raakt, heeft je team twee punten, als ze worden aangeraakt, hebben ze maar 1 punt. Het team dat in een bepaalde tijd het hoogste aantal punten behaalt of in de eerste tijd een bepaald punt bereikt, wint.
34 – DUBBELE RAS
LEEFTIJD: beide
Specifieke doelstellingen: Snelheid, behendigheid
MATERIAAL: Ballen
LOCATIE: Buiten
Vorming: kolommen
Organisatie: één bal voor elke kolom op 7 m afstand, leerlingen achter de startlijn.
Uitvoering: de 1e leerling in elke rij, op het signaal, rent rond de bal, keert terug naar zijn plaats, neemt de 2e bij de hand, rennen beiden rond de bal en keren terug naar het startpunt. De 1e bevindt zich achter in zijn colonne terwijl de 2e de 3e bij de hand neemt en de koers herhaalt. Totdat iedereen 2 tegen 2 heeft gelopen. het team dat het parcours op de 1e plaats voltooit, wint.
35 – BEWEGENDE COMPANIS
LEEFTIJD: 10 jaar oud
Specifieke doelstellingen: Snelheid en wendbaarheid
LOCATIE: Hof, gazon
Vorming: cirkels
Organisatie: Cirkel A en B ongeveer 3 tot 5 meter uit elkaar. Studenten hand in hand (van elke cirkel). De leerlingen in cirkel A hebben hun tweetal in cirkel B en vice versa.
Uitvoering: leerlingen hand in hand bewegen door te springen. Op het signaal lossen de twee cirkels op terwijl elke student zijn partner zoekt en beiden een gehurkte positie innemen. Het laatste paar dat elkaar ontmoet, betaalt een geschenk.
36 – DE GROEPEN IDENTIFICEREN
LEEFTIJD: vanaf 6 jaar
Specifieke doelen: Snelheid, waarneming, snelle reactie, aandacht
LOCATIE: Buiten
Opleiding: gratis
Organisatie: de naam van een dier in het oor van elke persoon zeggen
Uitvoering: op het sein zullen die van dezelfde groep zich identificeren door middel van de stemmen van het betreffende dier.
37 – WIE ZAL SNELLER LOPEN?
LEEFTIJD: 10 jaar oud
Specifieke doelstellingen: Behendigheid en snelheid
LOCATIE: Binnenplaats of binnenplaats
Vorming: kolommen
Organisatie: 2 kolommen gezeten achter een gemarkeerde lijn, één meter uit elkaar.
Uitvoering: wanneer de leraar de naam van een object of plaats zegt, zullen de leerlingen opstaan en snel lopen (atletisch lopen) zullen met hun hand aanraken wat gevraagd is en terugkeren naar de startpositie.
38 – HUIS VAN DE HOND
LEEFTIJD: 8 jaar oud
Specifieke doelstellingen: Snelheid en aandacht
Vorming: cirkels
Organisatie: studenten vormen 2 concentrische cirkels, de buitenkant met nog een student. De cirkels gaan in de tegenovergestelde richting.
Uitvoering: bij het signaal dat de twee cirkels stoppen, spreiden de leerlingen hun benen en de achterblijvers steken hun hoofd tussen de benen van de voor hen. De overgebleven student betaalt aan het eind een cadeau.
39 – HOOFD VANGEN STAART
LEEFTIJD: 8 jaar oud
Specifieke doelstellingen: Inzicht
LOCATIE: Binnenplaats
Vorming: kolommen
Organisatie: staand, 2 of meer kolommen, met de taille van de collega vooraan
Uitvoering: bij het sein zullen de eerste leerlingen van de colonnes proberen de laatste (staart) te vangen en zullen ze niet laten ontwijken. Ze zullen de kolommen niet kunnen breken. De colonne die de staart weet te vangen, wint als laatste.
40 – KNIPPEREN
LEEFTIJD: vanaf 9 jaar
Specifieke doelstellingen: Communicatie via signalen, aandacht, reactiesnelheid
MATERIAAL: Stoelen
Vorming: cirkel
Organisatie: er zijn meerdere stoelen in cirkels, in elke stoel zit een student. Achter elke stoel staat een andere collega, met zijn handen op de rugleuning van de stoel
Uitvoering: op het teken zal de student zonder partner knipperen naar een van de zittende personen die zal proberen te veranderen naar de stoel van degene die knipperde, en hun uitgang zal worden voorkomen als deze op de schouders wordt aangeraakt. Als je de stoel verlaat, gaat het spel verder.
41 – COCADA
LEEFTIJD: Alles
Specifieke doelstellingen: Handvaardigheid, reflex, teamgeest
MATERIAAL: Banden, ballen
LOCATIE: Hof, gazon
Vorming: 2 concentrische cirkels
Organisatie: 2 à 2 vooraan, met 2 leerlingen in balbezit
Uitvoering: zigzag de bal naar je teamgenoten. Bij het bereiken van het startpunt, scoor een punt. (De twee cirkels zijn genummerd, afgewisseld zodat de even nummers binnen zijn en de oneven buiten, de bal wordt doorgegeven aan de teamgenoten).
42 – HETE AARDAPPEL
LEEFTIJD: vanaf 7 jaar
Specifieke doelstellingen: Bewegingssnelheid, zicht
MATERIAAL: Sjaal
LOCATIE: Hof, patio, woonkamer
Vorming: cirkel
Organisatie: je legt een knoop in een zakdoek die de hete aardappel van de ander wordt. De leerlingen zitten in een kring, één staat in het midden.
Uitvoering: bij het signaal gooit de leerling in de kring de hete aardappel naar de ander enzovoort. Zolang ze het zo snel mogelijk doen, zal degene in het midden proberen het te vangen. Als het hem lukt, wisselt hij van plaats met de student die pitchte.
43 – GEKRUISTE BAL
LEEFTIJD: 7 tot 9 jaar oud
Specifieke doelstellingen: Motoriek, teamgeest, reflex.
MATERIAAL: Bands en Medicine Ball (zware bal)
LOCATIE: Binnenplaats, binnenplaats
Vorming: rangen
Organisatie: 2 tot 2 face to face. Tegenstanders in de ene rij worden in de andere rij geplaatst.
Uitvoering: op signaal passeert de bal in zigzag naar de medespelers in de andere rij. De bal gaat en komt terug. Bij het bereiken van het startpunt markeert een startpunt. Het team met het hoogste aantal punten binnen een bepaalde tijd wint.
44 – ZOEKT EEN PAAR
LEEFTIJD: 8 jaar oud
Specifieke doelstellingen: Aandacht en behendigheid
LOCATIE: Hof en gazon
Vorming: concentrische cirkels
Uitvoering: twee concentrische cirkels waarbij de leerlingen in het midden naar rechts lopen en de leerlingen buiten naar links. De binnenste cirkel heeft één leerling minder dan de buitenste cirkel en ze houden elkaars hand vast. Wat over is, zal het geschenk betalen.
45 – MISLEIDING, GOOIEN
LEEFTIJD: Ongeveer 9 jaar oud
Specifieke doelstellingen: aandacht en concentratie
MATERIAAL: Bal
LOCATIE: Hof en patio
Vorming: halve cirkel
Organisatie: studenten in een halve cirkel met hun armen over elkaar, een van hen bezet het midden en houdt de bal.
Uitvoering: Op het signaal gooit de middelste leerling de bal naar een medespeler. De laatste zou haar moeten vangen, maar als het gewoon een vergissing is, zal hij zijn armen niet kunnen losmaken. Hij houdt de bal vast en brengt hem terug naar het midden, dat hem ook kan ontwijken. De leerling die de bal laat vallen of zijn armen losmaakt, neemt de laatste plaats in. Wanneer de leerling in het midden een fout maakt, wordt hij vervangen door de eerste in de halve cirkel.
46 – VAN OOG TOT GEZICHT
LEEFTIJD: vanaf 8 jaar
Specifieke doelstellingen: Gezelligheid onder collega's, reactiesnelheid, reflectie
LOCATIE: Binnenplaats, binnenplaats
Vorming: concentrische cirkels
Organisatie: leerlingen in cirkels, 2 à 2 één in het midden
Uitvoering: de leerling in het midden zegt: face to face, schouder aan schouder, front to front, back to back… uitwisseling. De leerlingen voeren in tweetallen de volgorde uit die wordt gegeven als het centrum zegt: “wisselen”. Degenen in de middelste cirkel zullen wisselen en degene die het bevel heeft gegeven, zal proberen zichzelf in de plaats van een metgezel te plaatsen.
47 – VANGERVLIEGTUIG
LEEFTIJD: vanaf 7 jaar
GESLACHT: Beide
Specifieke doelen: Balans, actieve kracht, imitatie
LOCATIE: Hof en gazon
Opleiding: gratis
Organisatie: studenten vrij op het veld. Een van hen zal de grijper zijn en zal de positie innemen met de armen zijdelings geheven om het vliegtuig na te bootsen.
Uitvoering: op het teken moet de vangende student zijn metgezellen aanraken en om te voorkomen dat ze betrapt worden, gaan ze op één voet staan met hun armen zijdelings geheven.
48 – DE BAL VAN DE BESCHERMER
LEEFTIJD: vanaf 8 jaar
Specifieke doelstellingen: Behendigheid, snelheid
MATERIAAL: Bal
LOCATIE: Hof
Vorming: cirkel
Organisatie: leerlingen in cirkels één in het midden met de bal
Uitvoering: op het signaal, die in het midden, gooit de bal naar een van de cirkels die de bal snel in het midden moet plaatsen en er achteraan moet gaan. Als het je lukt om het te vangen, zal het naar het midden gaan en het spel opnieuw starten. Ren gewoon binnen de cirkel.
49 – LEDENSPEL
LEEFTIJD: vanaf 9 jaar
Specifieke doelstellingen: Synchronisatie van bewegingen, aandacht, observatie van orders
MATERIAAL: Zandzak
LOCATIE: terras, gazon
Formatie: twee rijen tegenover elkaar, 2 m (op) uit elkaar, allemaal voorzien van kleine zakjes zand. Studenten die tegenover elkaar staan, zijn partners.
Organisatie:
Uitvoering: op het teken moeten ze zich omkleden door de zakken te gooien en de gegeven bevelen op te volgen: met één hand, met twee, rechts en links. Wanneer een van de partners het gegooide voorwerp op de grond laat vallen, moeten beiden het spel verlaten. Degenen die aan de lijn zijn, zullen aan het einde van een bepaalde tijd winnen.
50 – MAART VAN KRANTEN
LEEFTIJD: vanaf 7 jaar
Specifieke doelstellingen: Flexibiliteit, bewegingscoördinatie
MATERIAAL: Krantenbladen
LOCATIE: Hof, terras, gazon
Vorming: rangen
Organisatie: in rijen op de startlijn, met 2 vellen krantenpapier, op de ene stappen en de andere vasthouden. Parallel aan de startlijn wordt de finishlijn gewijzigd op ongeveer 10 m van de eerste.
Uitvoering: bij het signaal leggen de leerlingen de rij kranten die ze vasthouden voor zich op de grond en gaan eroverheen. Daarna pakken ze het achtergebleven blad op en leggen het voor zich neer en herhalen de vorige handeling. Het spel gaat dus verder, afwisselend over het ene blad en het andere tot het einde van de cursus. De leerling die als eerste de finish bereikt, wint.
51 – VLUCHTIGE BAL
LEEFTIJD: vanaf 7 jaar
Specifieke doelstellingen: Snelle reactie
MATERIAAL: Bal
LOCATIE: Gazon, terras
Vorming: cirkel
Organisatie: in cirkels met de benen uit elkaar en de handen op de knieën, balbezit
Uitvoering: op het signaal gooit de leerling in het midden de bal naar een van de medespelers, waardoor deze tussen de benen door gaat. Dit zal proberen de doorgang van de bal met zijn handen te voorkomen. Als de bal passeert, verlaat deze leerling de cirkel.
52- HET BERICHT VERZENDEN
LEEFTIJD: Alles
Specifieke doelstellingen: raadsels ontcijferen, sluwheid
Vorming: 3 rijen
Organisatie: 2 rijen tegenover elkaar, één aan elk uiteinde van het veld, vormen team A. Onder hen, in het midden, in rijen, team B. de leraar geeft een puzzel aan een van de gelederen van team A. Deze zullen allemaal (A1) het spreekwoord kennen
Uitvoering: bij het signaal zal rij A1 proberen het spreekwoord dat door team B wordt verhinderd naar A2 te zenden.
53 – BAL IN DE CIRKEL
LEEFTIJD: vanaf 7 jaar
Specifieke doelstellingen: Behendigheid, eerlijkheid, reactiesnelheid
MATERIAAL: Ballen
LOCATIE: Hof en patio
Vorming: Cirkels
Organisatie: twee cirkels op 3 m van elkaar. In elke cirkel wordt één leerling aangewezen als beginners van het spel, met de bal in de hand
Uitvoering: op het sein geven de beginnende leerlingen de bal door aan de klasgenoot links, die de stappen verder zal zetten. Wanneer de bal de beginner weer bereikt, wordt een punt gescoord: De cirkel die als eerste 10 punten scoort, wint.
We denken er altijd aan om het u gemakkelijk te maken, daarom hebben we besloten om alle "Kinderspellen en dynamiek" hierboven weergegeven om te downloaden in PDF. Bekijk de volgende link in PDF om te downloaden:
Schrijf u in op onze e-maillijst en ontvang interessante informatie en updates in uw e-mailinbox
Bedankt voor het aanmelden.