Wetenschapsactiviteit op celdelen, gericht op vijfde- of zesdejaarsstudenten.
Download deze activiteit in Word-sjabloon (sjabloon die kan worden bewerkt), in PDF (klaar om af te drukken) en de beantwoorde activiteit.
Download deze activiteit van:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
1) Wat is de cel en uit hoeveel delen bestaat deze?
R.:
2) Noteer de onderstaande woorden, met de juiste omschrijving:
(x) Kern (y) Cytoplasma (z) Plasmamembraan
A) ( ) Dun en flexibel membraan met selectieve permeabiliteit (regelt de doorgang en uitwisseling van stoffen) waarbij de cellen betrokken zijn.
B) ( ) Omgeven door het kernmembraan, bevat het genetisch materiaal van cellen (DNA).
C) ( ) Bestaande uit hyloplasma, en draagt de celinhoud waar elk organel (mitochondriën, ribosomen, reticulum endoplasmatisch, golgi-complex, lysosomen, centriolen en vacuolen) heeft een vitale functie bij ademhaling, voeding en uitscheiding van de cellen.
3) Controleer (V) voor waar (F) voor onwaar:
A) ( ) Eukaryotische cellen (eukaryoot): hebben geen plasmamembraan, bijvoorbeeld schimmels, planten en dieren.
B) ( ) Prokaryote cellen (Prokaryoten): hebben geen plasmamembraan, bijvoorbeeld algen en cyanobacteriën.
C) ( ) Afhankelijk van hun structurele organisatie worden ze ingedeeld in prokaryote cellen of eukaryote cellen.
D) ( ) Het menselijk lichaam bestaat uit één celtype.
E) ( ) Hersencellen zijn samengesteld uit miljoenen cellen, en verschillende soorten: microglia, dendritische cel, neuron, Schwann-cel.
F) ( )Menselijk bloed niet gevormd door verschillende soorten cellen.
Voor TOEGANG:
Bij antwoorden staan in de link boven de kop.