
Engelse activiteit, voorgesteld aan leerlingen in het zesde leerjaar van de lagere school, met vragen over het werkwoord to be.
Deze Engelstalige activiteit kan worden gedownload in een bewerkbare Word-sjabloon, klaar om af te drukken in PDF en ook de voltooide activiteit.
Download deze activiteit van:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
1. Schrijf in het juiste werkwoord om te zijn
De. Mary _______ mijn beste vriendin.
B. John en Cindy _______ klasgenoten.
ç. Peter _______ mijn broer.
d. Je _______ een goede leerling.
en. Ze _______ in de klas.
f. Het _______ een sinaasappel.
g. Felicia en Mary _______ zussen.
H. Ik _______ haar leraar.
ik. Het _______ een boekentas.
j. Je _______ een dokter.
2. Herschik de zin.
De. ik/niet/een leraar. / ben
B. Zij/mijn moeder. / is
ç. De jongens / speels. / zijn
d. Het meisje / in de kamer. / is
en. Wij / niet / zijn / thuis.
f. Mijn vader / slim. / is
g. Mijn moeder / een huisvrouw. / is
H. Zij/niet/mijn zus. / is
ik. De leraar / boos. / is
j. De hond / in de kennel. / is
3. Kijk naar de afbeelding en vul de regels aan met het juiste werkwoord, zie het tekstvak ernaast:
Door Rosiane Fernandes Silva
Bij antwoorden staan in de link boven de kop.