Dit is een activiteit en probleemsituaties met de vier basisbewerkingen, optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Deze oefeningen zijn bedoeld voor leerlingen in het derde of vierde leerjaar van de basisschool.
U kunt deze activiteit downloaden in een Word-sjabloon, in een drukklare PDF, evenals de voltooide activiteiten.
Download deze activiteit van:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
1) Stel de inhoud in en los de bewerkingen op:
A) 4 + 3 =
B) 10 + 5 =
C) 23 + 15 =
D) 9 - 3 =
E) 27 - 5 =
F) 48 - 13 =
G) 5x2 =
H) 12 x 3 =
ik) 8 ÷ 2 =
J) 21 ÷ 3 =
2) João had 7 karren en won er nog 2 van zijn moeder, hoeveel karren hield João?
3) Laura had 14 kleurpotloden, maar leende 3 aan haar collega, nu heeft Laura hoeveel potloden?
4) Tijdens het snackmoment had elke student die aan tafel zat 2 koekjes, als er 6 studenten waren, hoeveel koekjes waren er dan in totaal?
5) Oom Joaquim kocht 20 speelgoed om onder zijn 4 neven te verdelen, hoeveel speelgoed kreeg elk neefje?
Bij antwoorden staan in de link boven de kop.
Bekijk ook onze videoles over de vier operaties
meld deze advertentie