geschiedenis activiteit, aanbevolen aan leerlingen van het vijfde en zesde leerjaar van de lagere school, met vragen over het Recht van Ouderen.
U kunt deze verhaalvragen downloaden in een bewerkbare Word-sjabloon, klaar om af te drukken naar PDF en ook de activiteit met antwoorden.
Download deze oefening geschiedenis en aardrijkskunde op:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
Kunst. 1e Het Ouderenstatuut wordt ingesteld, gericht op het regelen van de rechten die worden gegarandeerd aan mensen van 60 (zestig) jaar of ouder.
Kunst. 2. De bejaarde geniet alle fundamentele rechten die inherent zijn aan de menselijke persoon, onverminderd de volledige bescherming waarin deze wet voorziet, door ervoor te zorgen dat, door de wet of op een andere manier, alle mogelijkheden en faciliteiten, voor het behoud van hun lichamelijke en geestelijke gezondheid en hun morele, intellectuele, spirituele en sociale verbetering, in omstandigheden van vrijheid en waardigheid.
Kunst. 3. Het is de plicht van het gezin, de gemeenschap, de samenleving en de regering om de ouderen, met absolute prioriteit, de verwezenlijking van het recht op leven, gezondheid, tot voedsel, onderwijs, cultuur, sport, vrije tijd, werk, burgerschap, vrijheid, waardigheid, respect en gezinsleven en gemeenschap.
1) Op welke leeftijd wordt iemand volgens het Ouderenstatuut als ouder beschouwd?
EEN:
2) Noem enkele van de fundamentele rechten die worden gegarandeerd door het ouderenstatuut:
EEN:
3) Wie heeft de plicht om ouderen hun rechten te garanderen?
EEN:
4) Markeer wat we niet kunnen doen met een bejaarde:
(__) Behandel met zorg en respect
(__) Mishandeling
(__) Helpen
5) Leg in uw eigen woorden uit hoe een bejaarde moet worden behandeld:
EEN:
6) Interview een bejaarde en informeer naar hun schooltijd. Vat samen wat je hebt ontdekt:
EEN:
Per Eeuwigdurende Borges
pedagoog