Portugese activiteit, gericht op leerlingen in het negende jaar van de basisschool, adressen betrekkelijke voornaamwoorden. Hoe zit het met het analyseren van hen in de tekst over de film? Bout – Superdog? Om dit te doen, beantwoordt u de voorgestelde vragen! In het fragment "Je partner is Penny (Miley Cyrus), met wie je verschillende avonturen beleeft.", is het voornaamwoord "wie" relatief, onbepaald of vragend?
U kunt deze Portugese taalactiviteit downloaden in een bewerkbare Word-sjabloon, klaar om af te drukken in PDF en ook de activiteit met antwoorden.
Download deze Portugese oefening op:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
Lezen:
Bolt (John Travolta) is een hond die schittert in een tv-serie, waarin hij superkrachten heeft. Zijn partner is Penny (Miley Cyrus), met wie hij verschillende avonturen beleeft. Bolt weet echter niet dat de wereld om hem heen nep is, omdat hij gelooft dat hij speciale gaven heeft. Wanneer Penny op de opnames van een van de afleveringen wordt ontvoerd door Dr. Calico (Malcolm McDowell), de schurk van de serie, weet hij te ontsnappen uit het _____ busje dat leeft en achter haar aan vertrekt. In het echte leven wordt hij zich er geleidelijk aan bewust dat hij geen superkrachten heeft en een normale hond is.
Beschikbaar in: .
Vraag 1 - In "Bolt (John Travolta) is een hond die schittert in een tv-serie, waarin heeft superkrachten.”, het gemarkeerde voornaamwoord heeft betrekking op:
Vraag 2 - In het fragment "Zijn partner is Penny (Miley Cyrus), met wie hij verschillende avonturen beleeft.", is het voornaamwoord "wie":
( ) familielid.
( ) Niet gedefinieerd.
( ) vragend.
Vraag 3 - Onderstreep het relatieve voornaamwoord hieronder:
"Maar Bolt weet niet dat de wereld om hem heen nep is, omdat hij gelooft dat hij speciale gaven heeft."
Vraag 4 – Het onderstreepte relatieve voornaamwoord hierboven is:
( ) onveranderlijk.
( ) variabel in aantal.
( ) variabel in geslacht en aantal.
Vraag 5 – In het segment "[...] hij slaagt erin te ontsnappen aan het busje _____ dat leeft en vertrekt na haar.", moet een voorzetsel bij het betrekkelijk voornaamwoord staan. Vink het aan:
( ) "De"
( ) "in".
( ) "in".
Door Denyse Lage Fonseca
Afgestudeerd in Letteren en specialist in afstandsonderwijs.