Engelstalige activiteit, ontwikkeld voor leerlingen van het 6de leerjaar van de lagere school, die bestaat uit het lezen en interpreteren van strips. De evaluatie stelt ook activiteiten voor over "landen en nationaliteiten" en "werkwoord zijn" in bevestigende, vragende en ontkennende vormen.
Deze Engelse activiteit is beschikbaar om te downloaden in een bewerkbare Word-sjabloon, klaar om af te drukken in PDF en ook de voltooide activiteit.
Download deze Engelse oefening op:
SCHOOL: DATUM:
PROF: KLASSE:
NAAM:
1.Overeenkomen met de onderstaande kolommen.
landen nationaliteiten
De. Verenigde Staten g. Australië ( )Japans ( )Frans
B. Spanje H. Canada ( )Duits ( )Indiaas
ç. Brazilië ik. Frankrijk ( )Portugees ( )Canadees
d. Jamaica j. Duitsland ( )Amerikaans ( )Spaans
en. Japan k. India ( )Australisch ( )Jamaicaans
f. Portugal l. Zuid-Afrika ( )Zuid-Afrikaans ( )Braziliaans
2. Gebruik de woorden in het onderstaande tekstvak om de vlaggen een naam te geven.
3. Kruis het alternatief aan dat de vragende vorm van elke zin hieronder weergeeft:
De. Ze is een student.
( ) Ze is geen student. ( )Is zij een student?
B. Jij bent goed.
( ) Ben je goed? ( ) Ben je goed?
ç. Ze zijn op school.
( ) Ze zijn niet school. ( ) Zijn zij op school?
d. Wij zijn rijk.
( ) We zijn niet rijk. ( ) Zijn we rijk?
en. Zij is op vakantie.
( ) Is ze op vakantie? ( )Zij is op vakantie?
f. Het is haar kat.
( ) Het is geen kat. ( )Is het haar kat?
4.Voer de onderstaande zinnen in bevestigende of ontkennende vorm over.
De. Ik ben geen doktor.
EEN.
B. Ik ben een student.
EEN.
ç. Ze is niet op school.
EEN.
d. Het is een kat.
EEN.
en. We zijn op het park.
EEN.
f. Het zijn leeuwen.
EEN.
Lees de tekst en beantwoord de vragen van 05 tot 07.
5. In de bovenstaande strip is de zin: "Weet u het zeker" in de vorm:
( ) bevestigend ( ) negatief ( ) vragend
6.De zin: Zit je niet in het verkeerde verhaal?:
a.is tegelijkertijd in negatief-vragende vorm.
b.presenteert het werkwoord in de samengetrokken vorm.
c.is bevestigend.
d.geen van de bovenstaande alternatieven.
7. De letterlijke vertaling van de tekst “Weet je het zeker. Zit je niet in het verkeerde verhaal? Het is dit: je bent zeker. Zit je niet in het verkeerde verhaal? Naar welk kinderverhaal verwijst de tekenfilm?
De. drie kleine varkentjes
B. Sneeuwwitje
ç. Assepoester
d. Roodkapje
Tekst voor vragen 08 t/m 10
8.Het werkwoord dat de spatie in het derde vierkant adequaat aanvult, is hebben of hebben? Rechtvaardig je antwoord.
____________________________________________________________________
9.ze is Op mij. De vertaling van het gemarkeerde woord komt overeen met:
De. Ze is of is.
B. is hij of is hij?
ç. Wij zijn of zijn.
d. Ze zijn of zijn.
10.Beschrijf uit de tekst de zinnen die overeenkomen met elke onderstaande vertaling:
De. Kan ik met een driewieler op het dak rijden?
EEN.
B. Mam, mag ik mijn bedmatras aansteken?
EEN.
ç. Niet doen. Calvijn.
EEN.
Per Rosiane Fernandes Silva- Afgestudeerd in kunst en pedagogiek en postdoctoraal in speciaal onderwijs
Bij antwoorden staan in de link boven de kop.
meld deze advertentie